Wij gaven hiervoor als onze meening te kennen, dat wij dat niet als de bedoeling van het G. V. I. lazen. Nu is het een feit, dat met tekstcritiek, waarbij men den tekst beoordeelt naar zijn eigen temperament, nooit overeenstemming is te verkrijgen. Inmiddels moet van een voorschrift als het G. V. I. geëischt kunnen worden, dat het niet voor tweeërlei opvatting vatbaar is. Wij voor ons, het nieuwe beginsel als juist beschouwende zouden geen bezwaar zien in een reorganisatie van de sectie, mits deze verandering het begin is van een^ reorganisatie naar boven, waarbij alles werd opgebouwd als zuivere synthese van de elementen van het moderne gevecht, waarbij wij slechts wijzen op de indeeling van de zw. initrs bij het bataljon, de toevoeging van inf. geschut, van luchtafweerwapens enz. Is dit niet het geval, dan doet het er niet zooveel toe de oude organisatie te behouden en zou zelfs een praktische verbetering zijn te verkrijgen in het wijzigen van het G. V. I. in dien zin, dat nu duidelijk vermeld staat dat het organiek verband in de brigade nooit een bezwaar mag leveren voor de groepeering van de vuurelementen en de stootelementen door den sectiecomman dant naar zijne inzichten. Wij krijgen dan hetzelfde resultaat, waarbij wij de soepelheid niet in de organisatie hebben gezocht, maar in het voorschrift. Wie zwak is moet in dit geval slim zijn. 244

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 78