De majoor Kroon somt in de punten 1, 2, 5, 8, en 10 eenige naaeelen op, welke als zoodanig verbonden zouden zijn aan het optreden van de K. M.-brigade. Het schijnt dat ik in mijn opstel den indruk heb gevestigd, dat ik de K. M.-brigade in het gevecht steeds als eene eenheid zou willen laten optreden. Dit is geenszins mijne bedoeling ge weest .kwensch hier dan ook uitdrukkelijk te verklaren, dat ik K' "''-brigade beschouw als eene samenvoeging van K. M.- groepen, welke door den sectiecommandant naargelang van omstandigheden en behoefte kunnen worden ingezet en gebruikt. De sectiecommandant is degene, die in eerste instantie de sa menwerking tusschen de elementen vuur- en stootkracht regelt en dient dus de beschikking over deze elementen de K. M.- en de K-groepen te hebben. De samenvoeging van de K M - frh,ePHen ?6 K' M-"br'gade is in de eerste plaats ge schied met het oog op de opleiding van het K. M.-personeel terwijl overigens de samenvoeging van de groepen tot brigades Heden3 W3S °°g °P het 0Ptreden tegen verzets- De brigadecommandanten moeten met betrekking tot het mo derne gevecht dan ook beschouwd worden als de helpers van den sectiecommandant, zoowel bij het leiden van K. M.- of stoot- elTmenten3'S 'e'den van eene combinatie van deze twee De sectiecommandant heeft bij deze organisatie dus eene groote mate van vrijheid om zijne sectie naar behoefte te groe- peeren. 8 Bij den aanval zal men aanvankelijk meestal met een groot gedeelte of met de geheele vuurkracht in voorste lijn oprukken gevolgd door de stootkracht in tweede lijn. Deze toestand zal' geleidelijk veranderen naarmate men een duidelijker beeld van s vijands sterkere en zwakkere plekken heeft verkregen en er zullen dan naargelang van behoefte, groepeeringen van vuurgroepen van stootgroepen of van vuur- en stootgroepen worden gevormd! Ten aanzien van de leiding van de K. M.-groepen dien ik hier nog aan te teekenen, dat uiteraard het inzetten van deze groe- ctfH0Phe^ne te be/erkte ruimte> behalve in zeer gunstige om standigheden ïs^ af te keuren. Ter wille van de eigen veiligheid dienen de K. M. s verspreid te worden opgesteld en naar behoefte over het front van de sectie te worden verdeeld. Dat de leiding van deze groepen op het x 150 M. breede front moeilijker is dfn de 1 ei ding van eene gemengde brigade op een front van 50 M zal ik niet ontkennen. Men diene daarbij echter niet te vergeten dat de sectiecommandant bij de leiding wordt ter zijde gestaan door den brigadecommandant van de K. M.-brigade, zoodat, zoolang er nog van leiding sprake is daarvoor twee personen beschikbaar zijn. 249

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 83