259
12. JAARVERSLAG van de ONDERLINGE PAARDENVERZEKERING
„HIPPOS" gevestigd te BUITENZORG.
De sterkte aan verzekerde paarden bedroeg op 1 Januari 1927 238 paarden,
terwijl na af- en inschrijvingen op ultimo 1927 nog verzekerd waren 194
paarden, met een gezamenlijke waarde van f 59 153.
Aan twaalf leden werd in het jaar 1927 voor dertien gestorven (afgemaakte)
paarden f 2962.uitgekeerd als schadevergoeding voor het verlies hunner
paarden, t. w. aan
den
Heer W. J. Dijkstra te Semarang
f
125.
voor 1 paard
j»
Dr. J. P. de Bats te Weltevreden
150.
1
J. L. Hoogslag te Modjokerto
n
575.—
2 paarden
de Onderneming „Soekamadjoe" te Tjibadak
135.
1 paard
den
Heer F Mulder te Tanggoel
175.—
1 i,
P. van den Ende te Tjimahi
j)
120.
1
L. H. van Oyen te Bandoeng
j)
157.
I
J. van Emden te Modjokerto
315.
1
W
J Aarsen te Modjokerto
270.—
1
Dr. J. F. H. L van Leeuwen te Salatiga
600.—
1
;j
L. H. E. Huismans te Modjokerto
140.
1
J. G. Hoekman te Buitenzorg
100.
1
Het sterk terugloopen van het aantal verzekerde paarden, dat hoofdzakelijk
geweten moet worden aan het steeds toenemend gebruik van auto's, bracht
in de bestuursvergadering de vraag ter tafel, of de tijd thans niet gekomen
was, om tot ontbinding der Vereeniging over te gaan. Gemeend werd echter,
dat, waar nog vele personen paarden houden, hetzij voor dienstgebruik, zoo
als o. a. Officieren en planters hetzij zij voor sportdoeleinden, eene vereeniging
als „HIPPOS" nog alleszins reden van bestaan heeft. De in den loop van 1927
ingeschreven nieuwe verzekeringen, ten getale van 42 stemmen mede tot bewijs,
dat aan eene vereeniging tot het verzekeren van paarden nog behoefte bestaat.
Door belangrijke bezuinigingen in het administratief beheer is getracht, de
te betalen verzekeringspremie z. m. niet hooger te doen zijn dan 6% 's iaars
over de verzekerde bedragen.
Van belang is voorts nog te vermelden, dat in het begin van 1928 nagenoeg
geen afschrijvingen wegens wanbetaling behoefden te geschieden, terwijl dit
aantal over 1926 b. v. nog 26 bedroeg.
De H. H. Dr. C. Bubberman, en Dr. Ch. Bernard traden in den loop van
het jaar af als bestuurslid, onderscheidenlijk wegens vertrek naar Europa
en drukke ambtsbezigheden.
In hun plaats werden de H. H. Dr. F. W. K. de Moulin en B. R. Gagliardi
verkozen, zoodat het bestuur op 1 Januari 1928 is samengesteld alsvolgt
Luitenant-Kolonel J. P. E. van Ameyde, President-Directeur.
Dr. F. W. K. de Moulin, Commissaris, deskundige.
B. R. Gagliardi, Secretaris-Thesaurier.
13. OVERZICHT NEDERLANDSCHE TIJDSCHRIFTEN.
De Militaire Spectator, December 1927. De kapiteins Marlet en van
Dooden geven dupliek naar aanleiding van het artikel „het Genievraagstuk"
van kapitein Wilson (zie I.M. T. No. 1 blz. 74). Van belang is het betoog
van eerstgenoemde, waar deze er op wijst, dat voor een klein leger het afschei-