263
.Je„e,ds v?or O611, oorlog gebruikten de Duitschers metalen pivotbeddingen met
3601 schootsveld voor hun veldgeschut en houwitsers en wel speciaal voor
anti-luchtvaartdoelemden. Deze beddingen waren gemakkelijk demontabel
wogen ongeveer 145 K.G. 25 K.G. voor bijkomende gereedschappen, enz
en konden op een caissonachterwagen worden meegevoerd. Tijdens den oor
log (stelhngkrijg) werd er gebruik van gemaakt. Na den oorlog ging men
door de constructies te verbeteren. In het artikel worden technische beschrij
vingen gegeven van een tweetal typen.
La Revue d' Infanterie, December 1927. Een artikel L'Infanterie dans
la reorganisation de l armee" heeft vnl. nationale waarde. De studie ..Lesaetes
des héros (zie I. M. T. no. 1 en 2) wordt vervolgd. Belangwekkende be
schouwingen worden gewijd aan de begrippen plichtsbesef, plichtsopvatting
en gehoorzaamheid aan gegeven bevelen, welke beschouwingen worden gevolgd
door een ruim aantal pakkende verhalen betreffende personen, die hun plicht
tot het uiterste vervulden. Het is lectuur, welke haar verheffende uitwerking
op den lezer met kan missen.
De colonel Bérenguier vervolgt zijne studie instruction et Veducation de
["panter ie (Revue d'mfanterie Sept. Nov. 1926, Jan. April en Juli 1927, zie ook
1. M. 127 no. 8, 10) Het thans behandelde hoofdstuk „La méthode d'instruction"
verdient wel de meeste aandacht. Gaf de schr. in het voorafgaande, beschou
wingen over de beginselen waarop de opleiding moet berusten en over het
aandeel van de verschillende gezaghebbenden in de organisatie, de leiding van
en de controle op de opleiding, thans wordt de methode van opleiding be
sproken en wel de opleiding van het kader (officiers- en lager kader). Schr.
wijst er op dat tactische opleiding slechts mogelijk is bij een goed technisch
tond, dus inzonderheid goede kennis van de waarde der verschillende vuurwa
penen Dan worden uitvoerig besproken de studie van de reglementen (een
uit het hoofd leeren is verwerpelijk, men moet ze begrijpen en kunnen toe
passen) voorts de^ waarde van eigen ervaring (eigen ervaring is niet genoeg,
au dessus de 1 experience individuelle il y a une expérience collective). Voorts
levert schr. waardevolle beschouwingen over het houden van kader- en troepen-
oefeningen, welke beschouwingen zeer wel passen bij de ten onzent gehuldigde
opvattingen over het houden van oefeningen, terwijl het organiseeren en het
leiden van oefeningen mede uitvoerig besproken wordt. Enkele aanhalingen
mogen den inhoud typeeren: Bij kaderoefeningen beperke men zich tot een
voudige episodes, waarin de commandant moet nadenken en een acte de com-
mandement moet verrichten. Een oefening moet geleid worden door den com
mandant van een grootere eenheid, dan die welke geoefend wordt. Als men gaat
oefenen dan is dat om iets te leeren en dat iets moet den leider duidelijk voor
oogen staan. De leider is een instructeur, die iets aan de uitvoerders wil
leeren, nij gaat dus met kijken, hoe men manoeuvreert, maar gaat toonen hoe
men manoeuvreeren moet. (Dus niet om te beoordeelen, maar om te onder
wijzen). Een goed geleide oefening eischt dagen van voorbereiding. Bij elke
oefening moet de overwegende beteekenis van het vuur naar voren worden
gebracht en de moreele mogelijkheden in beschouwing worden genomen, enz.
De Etude historique des appareils de vise'e pour te tir contre avions des
armes portatives de petit calibre" wordt beëindigd, (zie I. M. T. No. 1) Het
toegepastChn'SChe beschouwing over de verschillende systemen, welke zijn
Wochenblatt De aandacht trekt, vanwege den titel, een
opstel „Wieder Schutzen litiien?"Het is uiteraard geen betoog vóór titrailleur-
ïmen. Die hebben onder invloed van het vuur der automatische wapenen
a ui z,Jn onbestaanbaar geworden op het gevechtsveld. De schr. waarschuwt
echter tegen vredespractijken, omdat daarin de tirailleurlinie weer te voorschijn
treedt. Schr. wijst op de groote fronten, die in het moderne gevecht moeten
worden ingenomen. Het opstel heeft zijn waarde door de waarschuwing
„Niets raakt zoo gauw in het vergeetboek als krijgservaring". Hieruit is het
ook te verklaren, dat naarmate de oorlog verder achter ons ligt, het infanterie-
geweer opnieuw ten onrechte als drager van de infanterievuurkracht wordt