265
huidige Cavalerie en de Infanterie, van de onbeholpenheid van den motortroep,
de hoogst twijfelachtige waarde van den vechtwagen voor de verdediging, zijn
overigens geringe waarde, indien zonder voldoende opheldering ingezet, het
somtijds verdwalen in den kunstmatigen nevel, de te hooge kosten. Alle on
overkomelijke fouten, die tot een algemeene reactie tegen den motor geleid
zouden hebben. Met verwijzing naar hetgeen hiervoor gezegd werd over een
opstel Wieder Schiitzenlinien" moge het volgende uit een opmerking „Zum
AufsatzWieder Schiitzenlinien woordelijk worden aangehaaldWanneer
wij ons in het laatste oorlogsjaar terugdenken, dan zal een ieder toegeven,
dat men regelmatige tirailleurliniën meest slechts op heel groote afstanden
van den vijand zag. Overigens werkte de Infanterie zich, in kleine hoopjes
achter haar commandant onder zorgvuldige benutting van het terrein en van
de vuurarme ruimten, vooruit. Zoo wijzigden zich in den loop van het gevecht
de vormen van de geopende orde voortdurend, de liniën uit de exercitiën
en de regelmatige lijn, waren hoogst zelden te zien, meest leken de vormen
op voortdurend veranderende hoopjes, die nu weer eens breeder dan weer
dieper waren, enz. Verder: Openingen kunnen niet gelast worden, zij zullen
overeenkomstig het vorenstaande meest van zelf ontstaan, het benutten van
die openingen is de taak van alle zelfstandige ondercommandanten, en natuur
lijk in de eerste plaats van het kader bij de mitrailleurs.
Militar Wochenblatt, No. 26. General der Infanterie von Tschischwitz
geeft een beschouwing over „Liaison", daarmee bedoelende de samemverkino
tusschen infanterie en artillerie. Het artikel wordt vooral ook aan artillerie'-
officieren ter lezing aanbevolen. In het bijzonder wordt gewezen op het
groote belang van de waarnemingspunten. Bij ontmoetingsgevechten zal het
inleidende gevecht dikwijls om de goede waarnemingspunten voor de artillerie
draaien. De vuursteun, die de artillerie aan de Infanterie geeft moet een
waargenomen vuur zijn. De artillerie-waarnemer moet zien, wat de eigen
infanterie uitvoert. Schr. wijst op het belang van goed voorbereide gezamen
lijke oefeningen. Ook voor het voorbereiden van O. I. A, T. biedt het artikel
wel waardevolle punten.
Het reeds meergenoemde artikel „Wieder Schiitzenlinien" brengt opnieuw
een pen m beweging. Thans onder het opschrift: „Schematisierung des Ge-
fechts Schrijver wijst op het nadeel van schematiseeren en betoogt, dat de
noodige ruimte in de breedte moet worden gevonden door, althans'aanvan
kelijk, weinig troepen in voorste linie te zetten. Bij de sectie komt in den
beginne slechts de inzet van 2 1. m. g. in aanmerking. Voor het overige zoeke
men het in echeloneering in de diepte, dan ontstaan vanzelf de^noodige
openingen, waardoorheen de mitrailleurs kunnen vuren.
Lezenswaard is ten slotte een kort opstel „Gefechtsaufkldrung-Feuerschutz".
Gewezen wordt op het moeilijke van de gevechtsverkenning, omdat de vijand
zich niet laat zien en ook niet meer vuurwapens laat hooren dan noodig zijn
De artilleristische voorbereiding zal om die reden veelal onvoldoende zijn de
zware infanteriewapens moeten „Prazisionsarbeit" verrichten.
De Infanterie moet met hare lichte automatische wapenen voorop den vijand
trachten te naderen, hem tot inzet van zijn krachten dwingen, daarna de
verdeehng en plaats dier krachten vaststellen om dienovereenkomstig het
gebruik van de zware infanteriewapens (waartoe ook de mitrs. behooren) te
kunnen vaststellen. De zware wapens moet de comdt. zoo lang mogelijk in
de hand houden, teneinde deze op het juiste tijdstip zoo oordeelkundig
mogelijk te verdeden en in te deelen. Wij bewijzen de infanterie geen slechten
dienst wanneer wij haar er weder op wijzen, dat zij evenals vroeger in staat
moet zijn zelfstandig te strijden.
Allgenieine Schweizerische Militarzeitung, 1927 no. 12. In een artikeltje
a propos d'un récent article sur le F. M." dat overigens van weinig betee-
kenis is, valt te lezen dat de, in I. M. T. no. 2, blz. 160, ter sprake gebrachte
tweedeehge veldzak in het Zwitsersche leger niet heeft voldaan.
Een kort opstel „Feuerschutz oder Feuerwirkung" mag een waarschuwing
genoemd worden tegen een onjuisten uitleg, die gegeven wordt aan „vuur^