384
den vijand vermoed mogen worden op grond van waargenomen feiten 4e. de
bekend geworden gegevens v. z. n. verspreidt onder de commandanten, die er
mee te maken hebben. Elk dezer punten wordt besproken, alsmede hoe men
in de praktijk ten aanzien ervan handelt.
Schw. Monatschrift für offiziere aller Waffen, no: 1. De tactische
studie Das Begegnungsgefecht der 3 französischen Kol. Div. enz." (ziei.M.T.
no. 3) wordt voortgezet.
Lezenswaard is „Eine Kriegs-psijchologische Erfahrungs-Studie. Führer-Ge-
horsam, Führer Verantwortung unci Führer-Charakter" (Feldmarschalleutnant
Goiginger). De studie leent zich minder voor korte wedergave. Instede daar
van een enkele aanhaling: „Sommige comdtn kenmerken zich in hunne bevelen
door toevoegingen als: „zonder verliezen te ontzien' „het koste wat het wille"
„tot den laatsten man" en dergelijke krachttermen meer. Sommige waren er
door bekend, andere berucht. De troepenofficieren hadden er als regel slechts
een medelijdend glimlachje voorover en nietten onrechte". Verder „Karakter
js voor een commandant minstens even belangrijk als geschiktheid uit oogpunt
Van vakkennis „Karakters worden niet alleen geboren, maar ook gevormd en
door de omgeving beïnvloed. Gute Führer miissen Herrennaturen sein".
Algemeine Schweizerische Militar Zeitung no:l. Bepaald leerzaam is
een studie Das Bcitaillon im Begegnungsgefecht"Nadat schr. gewezen heeft
op de nadeelen van het ontijdig, d.w.'z, te vroeg uitgeven van z.g. volledige
bevelen en den nadeeligen invloed van gebrek aan handigheid in°het achter
eenvolgens geven van bevelen voor bepaalde phasen, betoogt hij hoe ieder
bat. C. zijn troep ook bij onopgehelderden toestand moet kunnen besturen als
een stuurman een schip bestuurt. Daarvoor moet geoefend worden. Schr. geeft
een zeer leerrijk voorbeeld van een oefening voor een bataljon tegenover^een
gemarkeerden tegenstander. Behandeld worden de ontwikkeling en het in gevecht
brengen van een voorhoede bataljon.
Heerestechnik, no: 1. Majoor Jusstrow geeft beschouwingen over „Wie
bekdmpft man Tankziele imd wie grosz ist die Wirkung dage gen?"
Schr. beziet het vraagstuk uit een oogpunt van tankwagenbouw en pant
sering, projectiel en buis-soort. Voor den infanterist mag niet ongelezen blijven
een beschouwing van den bekenden mitraillist „Friedrich von Merkatz"
„Die Madsen- M. G. des Dansk-Rekylriffel-Syndikats in Kopenhagen"Zoo
als bekend is onze K. M. ook het Madsengeweer, dat nu reeds een ontwikke
lingsgang van 37 jaar heeft doorgemaakt. Het wapen blijkt thans reeds in 20
staten te zijn ingevoerd en wordt in steeds toenemende mate bijbesteld Melding-
wordt gemaakt van een bij het wapen ontworpen lichte affuit in twee tijpen
(9.3 K. G. en 12 K. G.), welke zich ook eigent voor het schieten op luchtdoelen.
In het Deensche leger zou men bij gebrek aan een heusche mitrailleur den ge
weermitrailleur met affuit als surrogaat van mitrailleur gebruiken. Het behoeft
geen betoog dat men met een lichte affuit alleen van een geweermitrailleur
geen mitrailleur kan maken.
Revue de Cavalerie. November, December. Capitain Brenet geeft een ver
taling van een in het Militar Wochenblatt van 11 Augustus 1927 opgenomen
artikel van den grooten organisator van de Duitsche Reichswehr Generaal von
Seeckt over de moderne cavalerie. De groote waarde van het gebruik van het
ruiterwapen wordt hier aangetoond. Bijzondere nadruk wordt gelegd op eene
uitmuntende rijkunstige opleiding en het hoog houden van den ruitergeest.
In wezen is in de taak van de cavalerie geen wijziging gekomen. Van een
overnemen van de cavalerie-taak door de luchtmacht is geen sprake, al kan
uiteraard de groote waarde van dit laatste wapen niet worden ontkend. Ge
neraal von Seeckt geeft ten slotte een overzicht van het gebruik van cavalerie
in den oorlog, waarin feitelijk niets nieuws voorkomt, een bewijs te meer
dus, dat cavalerie nog evenals voorheen een onmisbaar onderdeel van de
legers is blijven vormen.
Commandant Boussert geeft een applicatorische studie over het gebruik
van een „groupe de reconnaissance de D.I." samengesteld uit: een staf, een
eskadron cavalerie van 4 pelotons elk bestaande uit 2 groupes de combat,