385 n. 1. 1 escouade éclaireurs en 1 escouade T. M., een mitrailleurgroep van 2 stukken, een compagnie wielrijders 3 secties elk bestaande uit 3 groupes de combat en bovendien eén mitrailleurgroep van 2 stukken, een peloton mitrail leurs van 4 stukken op auto's De totale vuursterkte bedraagtEskadron 60 karabijnen 8 F. M. en 2 mi trailleurs, Wielrijders: 120 geweren 9 F. M. en 2 mitrailleurs, Automitrailleurs 5 F. M. en 4 mitrailleurs. ReVUe ,d,' Artillerie, November. Onder „verschillende gegevens" vinden we vermeld, dat in de Vereenigde Staten een nieuwe morlier is aangenomen voor de infanterie. Het is een getiokken achterlaadmortier van 75 m M een dracht van ongeveer 1500 M. en een vuursnelheid tot 15 schoten per minuut, stuk en caisson worden door één muildier getrokken, terwijl het materieel licht genoeg is om ook door menschen te worden getrokken. Wissen und Wehr, December '27. Een goede studie biedt ons de Oberarzt Dr. Marschner Die Bedeutung der Leibesübungenfür die Erziehung zum soldaten Deelname aan wedstrijden wakkert zelfvertrouwen en zelfstan digheid aan, prikkelt tot hoogste krachtsinspanning en bevordert den strijd- geest en de wilskrachtzoo wakkeren goed geleide lichaamsoefeningen de hoogste soldatendeugd, den wil tot overwinnen, aan. „In der Erziehung zum SiegeswiIIen liegt die hohe Bedeutung des sportlichen Trainings auf Höchst- leistung. Reeds het besluit tot de training beteekent een overwinnig op het gemakzuchtige ik omdat ook voor soldaten die sportieve arbeid eerst na afloop van den dienst aanvangt. Verder bevat dit nummer een opstel „Die Bedeutung der Schlachten von ^ambrai 191/ door Generaal-majoor von Boiries. Zooals bekend i<= de stu die van dezen veldslag van waarde voor de beoordeeling van de waarde van vechtwagens. Revue de Cavalerie Jan. Febr. Ineen artikel ,,L' observation dans ie groupe de ieconnaissance divisionnaire" wijst kapitein Pommarés erop, dat naar zijne meening van vooruit geschoven verkennings- en veiligheids-afdeelingen voor de waarneming meer profijt kan worden getrokken, dan doorgaans het geval is. De tijd, welke dergelijke afdeelingen in het voorterrein moeten vertoeven kan dikwijls ook nuttig worden besteed om b. v bepaalde belangrijke punten vast te leggen op een wijze, welke door de artillerie gemakkelijk kan worden verwerkt. Derge lijke afdeelingen kunnen nog meer dan tot nu toe dienst doenals de oogen van de achtervolgende troepenmacht. Inderdaad zou wellicht aan dit vraagstuk wel meer aandacht kunnen worden besteed. De schr. acht het echter niet overbodig erop te wijzen, dat men van deze kwestie ook weer geen stokpaardje moet maken. In het artikel wordt voorts betoogd, dat door de betere uitrusting en door indeeling van wielrijders mitrailleurs op auto's en dergelijken het niet meer zoo noodig is dat de voor uitgeschoven afdeelingen bij het invallen van de duisternis terugtrekken achter de beveiligende lijn ven de infanterie. Dit telkens terugvallen acht hij een onnoodig vermoeien en verslijten van de cavalerie. Over dit laatste punt zullen wellicht de meeningen nog wel verdeeld zijn Het valt trouwens op dat de redactie het noodig gevonden heeft er in het begin van het artikel op te wijzen, dat zij als gewoonlijk zich met verantwoordelijk wenscht te stellen voor de meeningen van hare medewerkers. MZelf£noo«iVering komt.,efn vertaling voor uit het Militair Wochen- blatt No. 37J1926] van een artikel van den Duitschen generaal van Rolberg „de belangrijkste ervaringen in den oorlog met cavalerie opgedaan en het ve- bruik van dit wapenwelk artikel in strekking overeenkomt met dat van derL&eneraaI VOn ^eeckt (zie hierboven Revue de cav. Nov.-Dee.) The Cavalry Journal. Januari. Vermeldenswaard is een studie van First lieutenant Ferry Smith getiteld Armored vehicles with cavalry -L\e studie vangt aan met het aanhalen van de woorden van den Encrelschen v?inM3" °a +°l' d,at ,naar v!ler meemng de dagen van het paard zouden zijn geteld en dat de taak van de cavalerie voortaan beter kan worden over genomen door vliegmachines en door troepen in snel bewegelijke, cross

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 107