Bij het intreden van een groote rust en bij aankomst op 32. de plaats van bestemming worden zij, die gedurende den inarsch ongesteld werden, doch bij de colonne bleven, door den betrokken officier van gezondheid onderzocht. Dienst op en nabij het gevechtsveld. Wanneer het bataljon zich tot het gevecht ontwikkelt, zal de hulpverbandplaatsafdeeling, geheel ofgedeel- 32 (2). telijk, op een door den bataljons-comman dant aan te wijzen plaats achter blijven. Van die plaats doet deze mededeeling aan de compagnies-comman danten, gewonden daartoe in staat kunnen zich dan daar heen begeven, berichten omtrent de aanwezigheid van andere gewonden derwaarts gezonden worden. Moet perso- G.V.l. neel van de hulpverbandplaatsafdeeling bij de compagnieën 113 f. worden ingedeeld, dan wordt zulks bevolen. 226(3)i. Het hoofd der hulpverbandplaatsafdeeling verkent zoo spoedig mogelijk het terrein met het oog op de eventuee- O.V.Q. ie oprichting van eene hulpverbandplaats. Daarna houdt D. 33(2). hij zich bij den bataljons-commandant op, tot de hulpver bandplaats wordt opgericht. De hulpverbandplaats wordt dus niet al dadelijk bij de ontwikkeling tot het gevecht opgericht. De gewonden zullen, voor zoover zij daartoe in staat A. T. V. zijn, zichzelf en elkander helpen bij het aanleggen van 199 (l) het noodverband waarvan elke man is voorzien c. q. (2). zullen hunne kameraden daarbij helpen. Verdere hulp wordt O.V.G. verleend door het geneeskundig personeel, dat hen op- D.33(3) spoort, alsnog of beter helpt, transporteert, behulpzaam is (4). bij het vinden van den weg, enz. Voor het gewonden transport—en dit geldt voor het geheele gevecht mo gen geen manschappen van het bataljon worden gebezigd hierop dient terdege te worden gelet, want de neiging daartoe is groot. Bij het hoofd der hulpverbandplaatsaf deeling blijft slechts zooveel personeel achter als benoodigd is voor het oprichten van de hulpverbandplaats. De oprichting van een of meer hulpverbandplaatsen ge schiedt op last van den regiments-commandant, op raad AT.V. van den regimentsarts wanneer de aard van het gevecht 199 (3). en het verliescijfer zulks noodig maakt. Het tijdstip van O.V.G. die oprichting en de plaats(en) worden mede door hem D. 35 vastgesteld. De beslissing of er voor het geheele regiment, (1). slechts een enkele, dan wel voor een of meer bataljons afzonderlijk een hulpverbandplaats zal worden opgericht, 53 (2). zal in hoofdzaak berusten op den aard van het terrein (wegen, van het doel geschikte plaatsen e.d.), terwijl bij A.T.V. de keuze van de plaats(en) zooveel mogelijk rekening 297

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 19