199(4). moet worden gehouden met de neiging van gewonden
u.v.u. om zich te begeven naar den weg, waarlangs zij zijn ge-
u- 35 komen. J
(3)- De regiments-commandant doet aan de bataljons-comman
do^®" o den commandant van de mitrailleurcompagnie
Jï S' "ie^edee'inS van de oprichting van de hulpverbandplaats
ƒ34 (2). (en) en de bataljons-commandanten doen zulks aan de com-
(3) k. pagmes-commandanten, den oudsten officier van gezondheid
O.v.G. en den commandant van den Q. T.
D. 36 Blijft het bevel tot oprichting van een hulpverband-
owr- P'aats uit en eischt de toestand, dat tot de oprichting
w,ordt overgegaan, dan doet het hoofd van de hulpverband-
u.35(5;.piaatsafdeeling dit onder nadere goedkeuring. De tijd van
oprichting wordt in dat geval gekozen in overleg met den
bataljonscommandant, zoodra het hoofd van de hulpver-
bandplaatsafdeeling, in verband met het aantal gewonden
de oprichting noodig acht en de bataljonscommandant
hiertegen geen bezwaar heeft. In zoodanig geval doet de
bataljonscommandant ook mededeeling aan den regiments
commandant.
Overigens kan feitelijk niet van een bepaalden tijd van
oprichting worden gesproken, want indien loopende ge
wonden zich achterwaarts begeven en hulp noodig hebben
moeten zij worden behandeld (verbonden) en ontstaat van
zelf een hulpverbandplaats, al wordt deze nog zoo primi
tief ingericht.
n De hulpverbandplaats dient te worden opgericht zoo
O.V.G.dicht mogelijk bij de strijdende troepen, doch ook zoo
"•36 gedekt mogelijk (in een terreinplooi, of granaattrechter,
Uh eene verlaten woning of gedeelte daarvan) en gevrijwaard
tegen feilen zonneschijn waarbij tevens rekening moet wor
den gehouden met de reeds besproken neiging van gewon—
Naar gelang van omstandigheden zal de bataljonscom
mandant voor luchtafweer zorgen. Wint het bataljon ter
rein en wordt de afstand van den troep tot de hulpver-
ue fQi bandplaats §r°of, dan zal deze wel meer naar voren
3öDj. moeten worden verplaatst, in welk geval de regimentsarts
het noodige verricht voor de behandeling en den afvoer
van de nog op de hulpverbandplaats aanwezige of zich op
weg daarheen begevende gewonden. Van zoodanige ver
plaatsing doet de bataljonscommandant weder mededeeling
aan de compagniescommandanten.
Naast de plaats van de hulpverbandplaats is nog van
„„1belang de verzamelplaats voor marschvaar-
n\rr 1 g e Sewonden, welke wordt aangewezen door den
u.v.u. bevelhebber der troepenmacht. De regiments-commandant
u. S5. doet daarvan mededeeling aan den bataljons-commandant,
298