Schrijver waarschuwt bovendien in dat artikel en naar mijne ineening zeer terecht tegen de manoeuvre van de K.-groep. „In den regel is dit echter onuitvoerbaar, daar wij het in de „meeste gevallen uitgesloten achten, dat de K.-groep zich op deze „korte afstanden van den vijand in hare gevechtsstrook (50 „75 M.) nog naar de flank van het aanvalsfront zal kunnen ver plaatsen. De aanval van de K. groep blijft derhalve veelal fron taal". Stel U een aanvallende Cie. met een diepte opstelling van 300 M. voor; bestaande dus uit gemengde brigaden, waarvan de Cn. op korten afstand van den vijand zelfstandig manoeuvres uit de flank kunnen gaan uitvoeren, weliswaar binnen de grenzen van hunne gevechtsstrook, doch waarvan de moeilijkheid deze met juistheid te bepalen, mede in verband met de diepte opstelling van de Cie, toch niet mag worden onderschat. Zouden dan vuur- en stootkracht op deze wijze met ernstig met elkaar in conflict kun nen komen, afgescheiden nog van den invloed die het vijandelijk vuur op korten afstand op de manoeuvreerende brigade zal uit oefenen? Laten we uiterst voorzichtig zijn met deze moderne methoden ook al heeft de stellingoorlog in deze richting gedreven. Het oordeelkundig gebruik maken van het terrein zal reeds de hoogste eischen aan de manoeuvreervaardigheid van de brigades stellen. De verliezen door eigen en vijandelijk vuur door de in voorste iinie manoeuvreerende brigades geleden komen bij de vredesoefe- ningen niet tot uiting. VII. Het gebruik van de artillerie en dus ook de mate van steun, welke de artillerie bij den aanval aan de infanterie moet ver- leenen, kan slechts door den bevelhebber worden vastgesteld. Hij bepaalt plaats, tijd en wijze waarop de artillerie wordt ingezet. In het artillerievuur heeft hij een krachtig middel zijn wil aan den tegenstander op te leggen, door het inzetten op het door hem gewilde oogenblik tegen het door hem aangewezen doel van een door hem te bepalen aantal vuurmonden. Het volgen van een schema voor het gebruik der artillerie is hiermede veroordeeld. Een veel voorkomend schema bij den aanval, dat zijn ontstaan aan den stellingoorlog heeft te danken is: „Geschutvuur sprongs gewijze van dekking tot dekking of van terreinafscheiding tot terreinafscheiding, niet in vastgestelden tijdmaat, maar het voort schrijden van het artillerievuur en ook de intensiteit van dat vuur geregeld door de infanterie. Bijv: 309

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 31