De commandanten der voorste compagnieën hebben behoefte aan krachtiger steun; sein „rood" met lichtpistool of roode vlag naai den bataljons-commandant. Van daar „sein rood" over Regimentscommandant naar A. C. en van dezen naar de batterij-commandanten; deze vuren gedu rende 5', tempo 3, daarna weer tempo 2 etc. Dan weer „het sein vuurverleggen, sein „groen" het vuur springt van het le doel naar het 2e, of van het 2e naar het 3e en dan worden deze vuren als kaartvuur afgegeven. Deze schematische uitvoering wordt veelal als de moderne wijze, waarop de artillerie de infanterie steunt, aangemerkt. Maar of het ook de wijze is, waarop de Indische Divisie de haar toebedeelde vuurmonden voor een deel moet gebruiken is een andere quaestie. Bovendien zijn de voorwaarden waarvan het slagen van het systeem afhangt: le. Blijvende verbinding tusschen artillerie en infanterie. 2e. De juiste ligging van de doelen moet bij het begin van den infanterieaanval bekend zijn. 3e. De infanterie moet weten van waar de tegenstand komt, waar voor vuurversterking aan de artillerie wordt gevraagd. (La principale interessée, l'infanterie, est incapable de préciser l'emplacement et le tracé de cette frontière (opstelling voor ste infanterieafdeelingen van den vijand). Quels dons de sorcel- lerie faudrait-il attribuer a l'artie pour réclamer d'elle la solution d'un pareil problème, qu'on ne peut même pas poser?). Cambuzat. VIII. De bevelhebber, die voor zich zelf niet tot een besluit is kunnen komen, om de wijze waarop hij den aanval zal uitvoeren vast te stellen en zich slechts tot de ontwikkeling van zijne troepen in het terrein bepaalt, zal niet tot eene zoodanige groe peering van zijne krachten komen, dat een maximum krachtsont wikkeling op een bepaald gedeelte van het gevechtsterrein is ge waarborgd. Tegenover een actief tegenstander loopt hij daardoor de kans het initiatief te verliezen. Anders gezegd, het bepalen van een zwaartepunt bij den aanval waarborgt het behoud van het initiatief. In het jaarbericht (Holl. 26) leest men: „Een zeer belangwekkende beschouwing over de artillerie bij „den aanval geeft Oberst Feeser in A. R. Aug: „Der artilleristische „Schwerpunkt beim Angriff in Bewegungskriege." „Schrijver betoogt dan dat iedereen het er over eens is, dat elke „aanval een zwaartepunt moet hebben. „Aber vom klaren Erken- „nen eines Grundsatzes bis zu seiner richtigen Amwendung ist in: 310

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 32