Meer nog dan elders kan in Indië de invloed van de terrein gesteldheid zich op buitengewone wijze op de slagvaardigheid van den troep doen gelden. Onderschat de vermoeienissen niet welke aan een troep, verplicht (wellicht met gasmaskers op) zich gerui- men tijd door een zwaar Indisch terrein te moeten verplaatsen, worden opgelegd. Denk hierbij aan natte sawahs, bergsawahs, riettuinen, glagah- velden al dan niet doorsneden met diepe ravijnen. Niets breekt het élan van een troep meer dan oververmoeidheid. „D'ailleurs, le soir venu, une fausse alerte mettra sur pied toute „la 20 Division Infanterie. „II en résultera pour les troupes une marche supplémentaire, uil „soir sans souper, une nuit au bivouac dans la rosée et par la une „diminution de résistance physique et de vigueur morale qui sera „trés sensible dans les combats du lendemain. La division voisine „la 19e qui passera une nuit tranquille se fera au contraire remar- „quer par sa solidité". „La bataille de Guise" Col. Varlarché. Een hoog moreel, een zich sterk gevoelen zijn de beste waar borgen voor een krachtig doorgezet handgemeen, de phase in het gevecht, welke in de meeste gevallen de beslissing zal moeten brengen. Om dit succes in de laatste phase van het gevecht te kunnen bereiken, is een vooruitziende blik van den bevelhebber, welke in de eerste phase dan tot uiting kan komen, noodig. Niet alleen een voorafgaande studie van het terrein op de kaart, maar ook een tijdig inzetten van de ter beschikking gestelde orga nen om de verlangde gegevens, zoowel betreffende het terrein ais van den vijand, te kunnen verkrijgen, is daarom noodig. „Wenn nicht besondere Umstande es gebieten, so tut man gut, „vor der Schlacht keine Gewaltmarsche zu fordern, damit die „Kraftë der Menschen nicht ausgepumpt sind, wenn die gröszten „Anstrengungen in der Schlacht (und vor allem bei der Verfolgung „bis zum „letzten Hauch von Mann und Rosz") den Truppen „auferlegt werden müssen." Gröner. (Wordt vervolgd). 313

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 35