van min of meer zelfstandig leider van het kleinste operatieve
onderdeel, wat zijn taak dus nog verzwaart.
Ons A. T. V. zegt, dat de eerste voorwaarden voor het welslagen
van het eigen voornemen, gelegen zijn in zelfvertrouwen van den
Commandant bij het nemen en vastberadenheid bij het doorvoeren
van zijn besluit, (pt. 5)
Het eischt verder, dat de Commandant altijd gereed is het voor
hem meest gevaarlijke optreden des vijands het hoofd te bieden
pt. 8), dat hij steeds bereikbaar is (pt. 4-1), dat hij zijn troep kent
(Hfdst. VII) en dat hij korte en duidelijke bevelen geeft en de
stipte uitvoering daarvan vordert (ptn. 1 9). Daarbij komen dan
nog de verplichtingen, welke op den Commandant rusten in ver
band met de hem opgedragen taak en inzake de verzorging dei-
onder zijne bevelen staande troepen.
Als een Commandant aan al deze zware eischen voldoet, dan
mag hij met een gerust hart te velde trekken met zijne troepen,
vooral waar onze reglementen en voorschriften hem verder de
richting aangeven en zijn geheugen te hulp komen.
De bevelen en regelingen, ontworpen vóór dat het vuur Van den
aanval slaat, kunnen dus steeds technisch volmaakt aan de troepen
worden uitgegeven?
Neen, want hier is de Commandant afhankelijk van zijn chefs,
die hem, veelal noodgedrongen, onvoldoende hebben kunnen in
lichten, hem vaak geen tijd voor verkenning hebben gelaten of op
een of andere wijze zijn vrijheid tot handelen hebben beknot.
Maar wij willen dit verder buiten beschouwing laten, wij willen
aannemen, dat alles is geregeld, wat menschelijker wijze
gesproken had kunnen zijn voorgeschreven, dat de bevelen zijn
uitgedeeld en besproken, dat kader en manschappen geheel op de
hoogte zijn van hun taak, dat de munitie is uitgegeven en de ver
bindingen in orde zijn, enz., enz.
Thans slaat het uur van den aanval, het moment, waarop na
alle voorbereidingen der andere wapens, de Infanterie het gevecht
tot een beslissing zal moeten voeren.
Snel komen de afdeelingen in den aanvang vooruit, ze verdwijnen
in het terrein, slechts nu en dan ziet de Commandant hier of daar
een groepje opduiken; het vijandelijk vuur dwingt daarna ook
den Commandant tot een liggende, althans gedekte, houding en
ten slotte hangt al spoedig een wolk van stof en rook boven de
troepen, zoodat ook het laatste spoor van gezichtsverband verloren
gaat. Het geratel van de mitrailleurs en de zware stem van het
kanon maken de signalen onhoorbaar
Dan komt voor den Commandant het fatale oogenblik hij
voelt zich alleen en meent, dat de aanvoering aan zijn handen
ontsnapthij wil zélf zien, zélf regelen maar aan den
anderen kant beseft hij, dat de aanvoering daar vooruit in de hitte
315