e. „Luit. Guilbert aan den Cdt. van het 4e Bat. 15 u. 40 (maar later bij den Bat. Cdt. aangekomen, dan het vorige). Met groote moeite is er verbinding verkregen met het 6e Bat. 19e Cie, Luit. Simonet. Wij zijn aan den weg langs 122 loopend. De linie wordt hevig door mitrailleurs beschoten van rechts, voor en van links, vooral van links. Telkens zien wij links groepjes vijanden zich bewegen. In linie op het geheele front van de Cie thans nog 45 man." „Luit Legland aan Luit. Guilbert, 12 u. 30. Ik ben bijna al mijn mannen kwijt. Er zijn nog 3 man en 1 sergeant over. Ik maakte met de sectie 12 gevangenen en veroverde een zware mitrailleur. Ik was te veel naar voren gekomen en werd niet gesteund, noch links, noch rechts, zoodat ik terug heb moeten gaan, om uit te wijken voor een omtrekkende beweging op mijn linker flank, ik heb sedert de Luit. An- drieux met 10 man ontmoet. We probeeren verbinding te zoeken links en rechts maar het is ons nog niet gelukt. De 18e Cie is links achter ons. Ik kan nu niet vooruit, ben juist aan een weg gekomen. De Duitschers schijnen links iets in hun schild te voeren." Laat in den avond ontving de Bat. Cdt. nog bericht, dat Luit. Legland was gesneuveld. X. HET VERDERE VERLOOP. Uit al deze berichten bleek, dat het Bat. weliswaar niet meer vooruit kwam, maar dat het ter plaatse stand hield. De avond ging verder voorbij zonder dat er iets bijzonders gebeurde--ook de Duitschers waren uitgeput. De nacht werd gebruikt om de 334 Het is niet onze bedoeling dit gevecht verder te beschrijven, een en kele opmerking omtrent de berichten moge daarom hier een plaats vinden. Bijna alle berichten, die van het Reg., ja zelfs van de Div. niet uitgezonderd, zijn ongenummerd en ongeteekend. De Luits. Guilbert en Santoni beginnen elk bericht met de woorden: „De Luitaan of „De Luitheeft de eer te berichtenzoodat de Bat. Cdt. althans van deze officieren weet, dat ze nog het bevel over hunne afdeeling voeren; bij de meeste berichten is echter de ondertee- kening geheel weggevallen (vergeten) of onleesbaar. Tot zoover wat den vorm betreft, maar wat te zeggen van den inhoud, wat te zeggen van den aanhef van bericht c? En wat zou de Bat. Cdt. hebben gezegd, als hij in vredestijd een bericht had ontvangen als onder opgenomen En ten slotte: welke berichten heeft de Bat. Cdt. niet ontvangen? Den geheelen dag zwijgt de 14e Cie en van de mitrailleurs verneemt de Bat. Cdt. niets omtrent den aanval op de loop graaf, bezet door den Luit. Santoni, ofschoon die afdeeling mede den aanval hielp afslaan. Eindelijk werd ook niets vernomen van de neven- cdtn, zelfs werd op vragen om hulp niet geantwoord. Moet worden aangenomen, dat al deze berichten zijn zoekgeraakt? Dat is toch bijna niet mogelijk, aangezien de totale terreinwinst slechts 2 K.M. bedroeg, het terrein bovendien overzichtelijk was en de plaat sen der cdtn genoegzaam bekend of aan te duiden waren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 56