den 19en; daar liet de Cdt. een groote rust houden om de dooden te kunnen begraven XI. BESCHOUWINGEN. Algemeen. Wij zullen ons beperken tot die zaken, welke met het doel van ons artikel in direct verband staan. Daarom zullen wij de zonder linge bewegingen van het Bat., welke aan de gevechten van den 19en tot en met den 21 en voorafgingen en waardoor de troep onnoodig werd vermoeid, met den mantel der liefde bedekken. Ook de onduidelijke divisie-bevelen, de woede van den Reg. Cdt. en wat dies meer zij, zullen wij voorbijgaan. Wij willen ons bepalen tot de moeilijkheden van den Cdt. in het gevecht; de lezer weet het reeds, het waren er vele. Daarom vangen wij onze beschouwingen aan op het moment, dat de naderingsmarsch is geëindigd en het Bat. is verzameld aan den Oostkant van het ravijn van Vaux. De Bat. Cdt. be schikt op dat moment over geen enkele inlichting omtrent het gevechtsveld en krijgt feitelijk nog toevalligerwijs slechts hoogst onvolledige gegevens. De mededeelingen van zijn Reg. Cdt. blijken bovendien geheel onjuist, immers het 418e Reg. doet niet aan den aanval mede en de rechter grens van het Bat. kan niet zijn den grooten weg naar Maubeuge. Daar het bovendien nog donker is en een voorafgaande verkenning niet heeft kunnen plaats vinden, staat ook eigen waarneming den Bat. Cdt. niet ten dienste. Maar hij heeft de kaart bestudeerd en kent daaruit zijn aan- valsterrein, hij weet althans eenigszins de moeilijkheden welke zijn troepen wachten. En dan komt opeens het 6e Bat. en dwingt hem aan te vallen over een terrein dat hij niet in beschouwing heeft genomen bovendien moet hij zijn besluit direct vatten, daar de vuurwals, de groote steun voor zijn voorste linie, zich regelmatig ver plaatst; hoe meer tijd er verloopt na het granaatvuur en vóórdat de aanvalsgolven den vijand bereiken, hoe beter ook de Duitschers zich zullen hebben hersteld en des te krachtiger de te overwinnen weerstand zal blijken te zijn. Het zonder eenige voorbereiding mondeling uitgegeven bevel aan te vallen en in beschouwingen te treden of het wellicht aanbeveling verdient in dit geval met de beide ten dienste staande Cien. zich te beperken tot het dekken van de linker flank van het 6e Bat., zou getuigen van weinig waardeering voor den Cdt., die onder zulke omstandigheden nog het hoofd koel wist te houden. Verdeeling van de troepen-, plaats van den Bat. Cdt. Wel echter mag het ons bevreemden, dat de Bat. Cdt zich niet méér naar links beweegt en dan liefst in de nabijheid van de 15e Cie., teneinde in staat te zijn het gevaar op de linker flank snel 336

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 58