Een les uit den wereldoorlog is dat op het moreel van den troep te weinig acht werd geslagen, hetgeen men tot scha en schande heeft ondervonden; daaraan wordt dan ook Hoofd- thans bijzonder aandacht geschonken, stukVII. Een behoorlijke verzorging van het moreel is een van de gewichtigste verplichtingen van iederen meerdere. Voor alle bevelvoerenden is noodig kennis van d e !63> algemeene eigenschappen van den mensch, 165, van de bijzondere eigenschappen van de 166. verschillende landaarden en voor zoover mo gelijk (doch noodzakelijk voor de lagere aanvoerders) van de bijzondere eigenschappen van het in dividu. leder meerdere moet hart hebben voor zijne onderge schikten, niet alleen een zoo groot mogelijke belangstelling G. V. I. toonen in de militaire geoefendheid van den soldaat, maar 30/3/ ook in diens lichamelijk en geestelijk welzijn, zich uitende in goede zorg voor voeding, kleeding en legering, in een doelmatigen omgang, behartiging van belangen ook buiten dienst, in een zeker medeleven, doch niet in misplaatste zucht naar populariteit, naar het paradeeren als de brave chef, doch ten koste van een strenge toepassing van de voorschriften. Noodzakelijk is het een ieder, ook de eenvoudige sol daat, op de hoogte te brengen van het gevechtsdoel, zooals dat voor hem geldt. Het infanteriegevecht is ver geleken bij vroeger, zoo ingewikkeld geworden, dat vooral in de meer gevorderde periode alleen heil is te verwachten vanzelf overwegende, zelf handelende wezens. Bekendheid met het gevechtsdoel wekt de belangstelling en daarmede de offervaardigheid. Bijzonder gevoelig is het moreel van de infanterie voor treffers van de eigen artillerie. Dit dient met alle moge lijke zorg te worden vermeden, nauwgezette samenwerking van de infanterie met de artillerie is daartoe noodig. Dat de infanterie den aanval nog zou kunnen doorzetten, wanneer zij van voren door den vijand en van achteren door de eigen artillerie wordt beschoten, hetgeen voor den oorlog wel eens werd beweerd, is gebleken een sage te zijn. Dat doet de beste troep niet. Wel moet de troep bekend zijn met de omstandigheid, dat het kan voorkomen dat enkele projectielen van de eigen artillerie (zeer weinige) te kort vallen en dan wat gevaar kunnen opleveren. Een eerste vereischte voor de bruikbaarheid der infanterie is een gezonde krijgstucht. Zij wordt verkregen door 283

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 5