Een mobiele colonne van 3 K.- brigades (een sectie in de or ganisatie, welke wij voorstaan) kan zonder bezwaar haar trein plus eenige toegevoegde K. M. 's dekken en beveiligen, zonder te veel van haar offensieve kracht in te boeten; een zelfde colonne bestaande uit 2 K - brigades plus 1 K. M.- brigade (de formatie der sectie, welke de heer K. bepleit) staat in dit opzicht tegen over een moeilijker vraagstuk. De sectie van 3 K- brigades kan de eventueel toegevoegde enkele K. M.'s bovendien uitschakelen en terugzenden, zoodra het massa-verzet is gebroken, zonder dat daardoor de sterkte van de sectie als zoodanig afneemt. De door den heer K. bepleite sectie houdt dan echter slechts 2 bri gades over (de „geïmproviseerde" 3e K.- brigade lijkt ons van geen of weinig waarde), terwijl n. o. m. juist de mobiele colonne van 3 brigades, welke steeds als eenheid (sectie in de cie) ge oefend werd onder haar eigen Cdt., het aangewezen onderdeel vormt om in een zelfs vrij uitgestrekte streek een verzet als be doeld onder b te dempen transporten, ook van mogelijke ge wonden, eventueele bezetting van een centraal bivak enz. laten dan altijd nog 2 brigades beschikbaar voor den patrouilledienst. Aanvaardt men derhalve het bewaren van rust en orde, naast het dadelijk en afdoende kunnen beteugelen van ieder verzet als de voornaamste voornameredus primaire taak van onze infan terie op Java, dan dient o. i. de organisatie dier infanterie ook in de eerste plaats op het vervullen van deze taak gebasseerd te worden onder voorbehoud van hetgeen wij hierboven reeds opmerkten ten opzichte van de secundaire taak. N.o.m. zal, naar aanleiding van dit uitgangspunt, slechts de ondervolgende formatie der compagnie het moest nuttige rende ment kunnen opleveren 2 secties K. brigades 1 sectie a 9 K. M.-groepen. Deze organisatie voldoet aan alle eischen, welke het bewaren van rust en orde en een mogelijke actie tegenover verzetslieden, hierboven omschreven onder a en b, kan stellen. Deze geschiktheid voor het vervullen der hoofdtaak is de hoofdzaak. Doch daarnaast zal een op deze wijze georganiseerde infanterie n.o.m. ezeneens haar secundaire taak op zeer behoorlijke wijze kunnen vervullen. De heer K. be- en veroordeelt deze „centralisatie van vuur kracht in de compagnie" op bl. 12 in slechts één alinea. Wij kunnen met deze veoordeeling niet instemmen. Een voordeel der centralisatie blijft o. i. dat de compagniescdt., ook al kan hij dan de gevechtsstrook niet steeds in haar geheel overzien, bij een dergelijke centralisatie vuur- en stootkracht beter naar behoefte der omstandigheden kan inzetten en verdeelen. 351

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 73