Niet alleen zijn deze brigades o. i. dus ieder reeds te zwak, zoodat het resultaat waarschijnlijk wordt, dat bij het uitrukken de beide K.-brigades aangevuld moeten worden uit de K M.- brigade, een o. i. ongewenschte toestand, doch bovendien lijkt ons deze geïmproviseerde derde brigade practisch voor een optreden tegen verzetslieden niet volwaardig. Immers, zij wordt gevormd door de met K. bewapenden der K. M.-groepen. En nu leerde alweer de praktijk bij den troep, dat het voor alsnog de comp. cdt. niet gelukken zal om van het meerendeel zijner manschappen een redelijk bruikbaar lid van een K. M.- groep te maken, althans bij de inh. compien in het algemeen zal de comp. cdt. zich gelukkig prijzen indien hij uit het totaal aantal zijner manschappen een redelijke bediening voor zijn 9 K. M. 's kan vormen. Vandaar dan ook een bij den troep te constateeren drang theoretisch onjuist om de K. M.-bediening vooralsnog als een soort „specialisten" te beschouwen, haar niet voor overplaatsing e. d. in aanmerking te brengen en haar als het ware naast de met karabijnbewapenden afzonderlijk door zich daartoe bijzon der eigenend kader te doen opleiden. Dit moge, zooals gezegd, theoretisch niet in overeenstemrfting zijn met den geest der voorschriften, practisch wordt herhaalde lijk op deze wijze en in deze richting gewerkt, omdat blijkbaar aan de theoretische eischen door een beduidend deel der in- heemsche soldaten niet op bevredigende wijze kan worden beantwoord. Bij de bovenbedoelde K. M.-brigade a 3 groepen zal n. o. m. dan ook onwillekeurig de opleiding en oefening tegen verzets lieden op den achtergrond geraken, zoodat een uit de karabijn- dragenden van deze groepen geïmproviseerde K,-brigade voor dit gedeelte harer taak niet als geheel volwaardig zal kunnen worden beschouwd. Resumeerende vermeenen wij derhalve te mogen betogen, dat men, uitgaande van het streven naar een formatie, welke het meeste rendement waarborgt ten opzichte van de primaire taak der infanterie en welke zich tevens zooveel doenlijk richt op de vervulling der secundaire taak, het beste rendement kan verwach ten van een compagnie bestaande uita. 2 secties K. dragenden a 3 brigades, minimum-sterkte der brigade 3 man kader+16 manschappen 1 sectie K M. a 9 groepen de groep bestaande uit 1 cdt., 1 sch., 2 helpers en 4 handlangers. Wij ineenen, dat voor een dergelijke formatie geen uitbreiding van personeel noodig is. Uitgaande van de nieuwe formatie-sterkte zooals deze o. m. werd aangegeven voor het le Bat. van het 4de Regt. Inf. (3 niet- 353

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 75