meeste profijt van trekt. Het is natuurlijk niet noodig dat dit alles direct den eersten dag gebeurt, doch wacht er niet te lang mede. Een post is nu eenmaal een post, en ge kuilt op deze wijze eventueele gevoeligheidjes vermijden. Overname van den dienst. Het werk dat direct na Uw komst de volle aandacht vraagt, is de overname van den dienst. Vervangt ge een ondergeschikt col lega, dan zal dit niet zoo bar veel om handen hebben, doch gaat het om de overname van de post met alles wat daar bij behoort, dan zal er meer komen kijken. Dikwijls is de beschikbare tijd ook niet zoo ruim toegemeten als ge wel zoudt wenschen. Dit houdt verband met het vertrek van dengeen dien ge moet vervangen en van de bootverbindingen en aansluitingen op Uw post en c. q. tusschengelegen posten of gewestelijke hoofdplaats. De overname van den dienst dient dus in de eerste plaats vlot te geschieden, hetgeen accuratesse geenszins behoeft uit te sluiten. Weest niet pietluttig daarmede, doch accepteer ook niets, uit verkeerd begrepen kameraadschap, op goed vertrouwen. Merkt ge- belangrijke zaken, die niet kloppen, welnu dan is daar toch Uw directe chef, of, zoo ge zelf als postcommandant gaat optreden, de gewestelijk-militaire-commandant aan wien ge e. e. a. kunt rap porteeren. Niemand die U dat euvel zal duiden. Neem nimmer ge noegen met mondelinge beloften; „dat de zaak wel in orde zal komen-', doch Iaat Uw vertrekkende voorganger voor heto-een niet in orde bevonden werd zijn handteekening zetten, liefstin twee voud, n. 1. een exemplaar om zelf aan te houden. Neem zelf echter öök de verplichting op U om, zooveel als in Uw vermogen liet mede te werken tot het in orde brengen van den eventueelen achter stand. Komen daarbij Officier van Kleeding, Officier van Wapening Kwartiermeester, Geniechef enz. ter gewestelijke hoofdplaats aan te pas, dan zult ge als regel ook hèn bereid vinden om op een conect gedaan vei zoek hunne medewerking te verleenen zooveel als in hun vermogen ligt. Er is nóg een omstandigheid die de meestal weinig beschikbare tijd voor de overname nog komt verkorten, en dat is de vendutie van Uw voorganger, zoo deze tenminste vendutie houdt. Meestal wacht men daarmede op de komst van den opvolger en wel om twee redenen: eerstens uit welbegrepen eigenbelang van den ver trekker die mogelijk een belangrijke kooper mèèr ter plaatse weet; ten 2e collegialiteit voor den nieuw gekomene die mogelijk niets of niet alles bij zich heeft en dus gaarne een of ander wil koopen. In dit verband is het goed er even op te wijzen dat men bij een overplaatsing over zee een zoodanig bedrag van den Lande ver goed krijgt (kan declareeren) dat men, zoo niet alles, dan toNi een zeer belangrijk deel van de benoodigde inboedel van Java kan medenemen. In alle opzichten is het dus zeer gewenscht om 356

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 78