waren, speciaal op het hart drukken. Weest strikt rechtvaardig, spreek niet te vlug Uw oordeel uit, onderzoekt eerst goed en geef ieder wat hem toekomt, hetzij belooning, hetzij berisping of straf. Eerlijke naijver der landaarden onderling, in goede banen geleid en houden, verricht wonderen. Het behoeft geen betoog dat kader in de brigade öök gemengd is. Laat dus steeds naast den Eur. brigadecdt. hetzij een Amb. (Man.) sergt met een Jav. korp. hetzij omgekeerd staan. De verhouding van de landaarden is als regel 6 Man./Amb./Tim. op 13 a 14 Javanen, het kader hierbij inbegrepen. Heeft een brigade een niet-Eur. commandant, dan dient bij die brigade een Eur. brigadier ingedeeld te zijn. Een aandachtige bestudeering van de landaarden in hun gehèèl, en van de individuen in het bijzonder zal zeer veel voordeelen opleveren, ja zelfs zeer urgent zijn om op aoede wijze met Uw brigades te kunnen omgaan. En voor deze bestudeering leenen zich bij uitstek de vele patrouille-diensten welke van U gevergd zullen worden. Doch ook in het kampement, „thuis" op de post dus, kunt ge U mèèr met Uw menschen be moeien dan zulks in een Java-garnizoen dikwijls mogelijk was. De eigenlijke dienst op een post kan men onderverdeelen in: A. De Infanterie-troependienst. B. De militaire bijwerkzaamheden. C. De niet-militaire bijwerkzaamheden. ad A. De Infanterie-troependienst is weder onder te verdee- len in: I. Kampements-dienst. II. Patrouille-dienst. III. Administratie. ad. B. De militaire bijwerkzaamheden zijn onder te verdeelen in: I. Beheer Militaire Sociëteit. II. Genie-dienst. III. Beheer van het Materieel der Artillerie. IV. Militair geneeskundigen dienst. V. Beheer veekraal, groententuin, enz. ad. C. De niet-militaire bijwerkzaamheden omvatten hoofdza kelijk het Civiel Bestuur c. q. mogelijke niet-militaire opdrachten. Om een goed overzicht van de verschillende hierboven opge somde diensten te verkrijgen, zal ik deze in dezelfde volgorde aan een korte bespreking onderwerpen. A. I. De kampements (bivak)-dienst verschilt al dadelijk belang rijk met de gelijksoortige diensten in een Java-garnizoen. De bri gades zijn bij toerbeurt op patrouille, dus zal in den regel slechts 2/5 a 1/3 van de beschikbare troepenmacht „thuis" zijn, en hier van is nog een gedeelte op wacht en geëmployeerd. Om de over blijvende manschappen nog eens extra met uitrukkende diensten te vermoeien is absoluut onnoodig en ook niet gewenscht. Da 358

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 80