diensten zullen dus in hoofdzaak bestaan uit: excercitie, oefn. V P T L athletiek, schermen en sport, schieten, theorieën, onder houd van' wapens, ledergoed, kleeding en uitrusting, corveen, wachtdiensten, employementen. De excercitie de werkelijk stramme excercitie is wel degelijk noodig op een post. Hoègnoodig zelfs; zulks tot handhaving c. q. bevordering van den krijgstucht en om de technische bedrevenheid van den troep op peil te houden. Hieraan te vèèl-tijd te besteden is echter niet noodig, zelfs niet gewenscht. Blijkt het dat het goed gaat, dat er geen aanmerkingen van beteekenis zijn, dat men zijn best doet, dan is tweemaal per week /2 uur a uur stramme excercitie meer dan voldoende. De oefeningen V. P. T. L. waren, in een periode dat alles en iedereen in het leger enkel en uitsluitend aan athletiek en aan sport dacht, danig in het gedrang gekomen. Er verscheen dan ook een rondschrijven van den Inspecteur der Infanterie^ om zoig te dragen dat de practische geoefendheid van onze militairen „buiten speciaal op gebied van de diensten welke van hen daar zouden worden gevergd, niets te wenschen mocht overlaten. Het spreekt ook m. i. vanzelf dat men onze troepen in de buitengewesten in de allereerste plaats tot en mèt oefent en traint in dat onderdeel, waarin hunne bedrevenheid dagelijks te pas kan komen. En dat zijn de oefeningen uit het V. P.T. L. Hiervoor zijn geen speciale uitrukkende diensten noodig. Meestal is er in de directe omgeving van het kampement of bivak wel gelegenheid om e.e.a. elemen- tair-practisch te doen beoefenen. De voortgezette oefeningen kun nen dan met succes gehouden worden gedurende de marschen naar en van het eigenlijke patrouille-gebied. Een voornaam onderdeel van deze oefeningen vormt natuurlijk de speciale gesteldheid van het gebied waarin ge daar ageeren moet (aard van de bevolking-hunne gebruiken en gewoonten-wijze van optreden tegen spionnen, gidsen en berichtgevers-enz.). Athletiek en sport behoeven, met het oog op het bovenstaande, natuurlijk niet verwaarloosd te worden. Intègendeel, dit onderdee op zijn tijd en op oordeelkundige wijze beoefend, zal zeer veel kunnen bijdragen om vlotheid en lenigheid, zoozeer noodig voor „e patrouille-diensten, aan te kweeken en te onderhouden. Schieten. De schietoefeningen blijven, waar dan ook, steeds een zeer belangrijk onderdeel vormen van de brigade-training in de bunen gewesten. De brigades, die thuis zijn, kunnen best eenmaal per week schieten en men zal dit zelfs als een aangename afwisseling beschouwen. Op de grootere posten is in den rege een behoorlijk schietterrein aanwezig benevens het noodige schijvenmateriaa Mocht dit op kleinere posten niet aanwezig of minder verzorgd zijn, dan is een schietterrein en het noodige schijvenmateriaal gauw ^emaakt Het eerste desnoods in overleg met het civiel-bestuur 359

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 81