ongeregelde postverbinding, zoo dikwijls als zulks mogelijk is, nam den gewestelijk-militairen-commandant en worden hierbij als bll" la^en overgelegd de patrouille-verslagen van de gedurende het af- geloopen tijdvak in het bivak teruggekeerde patrouilles, de bivak- of excursierekeningen, de excursiestaten, kortweg al die periodieken welke met het dagboek samenhangen en welke op grondslag van genoemd dagboek geverifieerd moeten worden. Hierboven zijn dus de voornaamste werkzaamheden opgesomd welke voor den officier op de post te verrichten vallen wat betreft de eigenlijke troependienst. Alvorens van dit onderwerp af te stap- pen wil ik nog een korte bespreking wijden aan: De handhaving van den krijgstucht. Dit is een zeer belangiij onderdeel van ons werk in het algemeen en pp de post in het bijzonder. Op de handhaving van den krijgstucht dient zeer in het bij zonder gelet te worden zoowel in het buiten-garnizoen als op pa trouille. Er bestaat maar al te vaak neiging „om het zoo nauw niet te nemen". Zulks is natuurlijk zeer verkeerd. In hoofdzaak op een goede tucht is ons gezag gefundeerd. Wanneer men dus dat fundament gaat ondermijnen, gaat wegbrokkelen, dan blijft er bin nen afzienbaren tijd van het gezag niet veel meer ovei. Wees dus in dit opzicht streng en onverbiddelijk! Laat niet toe dat Uw mili tairen zich onvoldoende, onbehoorlijk of onvoorschriftmatig gekleed in het openbaar vertoonen. Eischt dat ieder militair zoowel in het kampement als daarbuiten aan zijn meerdere in rang de voorge schreven groet brengt, dat hij er steeds proper en zindelijk uitziet. Maak aanmerking als U iets opvalt in tenue of houding wat niet coed of incorrect is. Ge behoeft niet altijd dadelijk tot ïapport- rnaken of straffen over te gaan, doch als ge ziet dat het zich herhaalt, grijp dan niettemin met de noodige gestrengheid in. Let- terzifterijpietluttigheid, en dergelijke dient natuurlijk vermeden te worden. Weest streng, correct, rechtvaardig^ gelijkmatig van humeur en toegankelijk voor uwe minderen en eisch dat ook van de U toegevoegde officieren en kader. Het zijn alle zaken die de krijgstucht buitengewoon ten goede komen en mèt die krijgstucht, ik herhaal het nogmaals, staat of valt ons gezag. Geef zélf steeds het goede voorbeeld en Uw minderen zullen U hierin onbewust navolgen. Thans overgaande tot: A. II. De patrouille-dienst. Deze wordt onderscheiden in: a. De patrouille-dienst in het algemeen. b. De zuiver militaire patrouilles. c. De patrouilles op verzoek van het Binnenlandsch Bestuur. d. De geheel ter beschikking van het B. B. gestelde patrouilles, c. q. gedetacheerde brigades. ad. a. Over de te volgen gedragslijn bij patrouilles in het alge meen is zeer veel te zeggen en er is ook reeds veel over geschre- 363

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 85