bepaalde omstandigheden gesplitst worden en kan men dus halve, kwart-brigades en zelfs enkele manschappen uitzen den. Zulks hangt natuurlijk geheel van de situatie en doel stelling af. Wanneer verzocht wordt om machtsvertoon, laat het dan werkelijk machtvertoon zijn. Minimum is dus een volle dige brigade, liefst zoo sterk mogelijk. Deze machtsvertoon-pa- trouilles dienen er in het bijzonder op te letten dat hun houding, vooral bij het passeeren van bevolkingscentra, onberispelijk is, en er is niets geen bezwaar tegen dat bij zoo n gelegenheid eens even stram geëxcerceerd wordt. ad. AIL d. De geheel ter beschikking van het civiel-bestuur gestelde brigades vindt men tegenwoordig op bijna alle posten waar vroeger Gewapende Politie gelegerd was De sterkte varieert natuurlijk weer naar gelang van de belangrijkheid van de stand plaats en is door den gewestelijk-militaire-commandant in overleg met den resident bepaald. Men kan dus zonder machtiging van hoogerhand hierin geen verandering brengen en dient te zorgen dat die ter beschikking gestelde brigades steeds op goede sterkte zijn. Aan den post- detachements-commandant blijft echter de technische en admi nistratieve controle over deze brigades en, laat ik U bij voorbaat waarschuwen, deze controle, liefst op ongezette tijden, is zéér noodig. Wat betreft de te ontvangen opdrachten heeft de gede tacheerde commandant zich te voegen naar de orders van den Assistent-Resident, Controleur, of Gezaghebber aan wien hij is toegevoegd. Behoudens eventueele grove fouten op gebied van het gebruik dat van onze militairen gemaakt kan worden. Zoo zullen, om een voorbeeld te noemen, onze militairen nimmer gebruikt mogen worden om oppassers- mandoers- of spionnen- diensten te verrichten. Krijgt de commandant een dergelijke opdracht, dan is hij bevoegd om op correcte wijze bij zijn lastgever, de controleur of wie dan ook, hiertegen te protesteeren, en zoonoodig hiermede de post-detachements-commandant mede in kennis te stellen. Dit geeft natuurlijk een zeer eigenaardige, delicate ver houding, waaruit veel goeds en ook veel kwaads geboren kan worden. Niet alle brigade-commandanten zijn voor deze taak berekend en ook lang niet alle civiele ambtenaren zijn geëigend om met een militaire troep om te springen. De technische uit voering van een bepaalde opdracht moet de brigade-commandant echter steeds aan zich houden. Wanneer b. v. een civiel ambte naar een patrouille van 2 man zou willen zenden naar een streek die als gevaarlijk bekend staat, of 3 man om een bende van eenige rampokkers te overvallen, dan is de brigade-commandant volkomen in zijn recht als hij dien ambtenaar er op attent maakt dat de brigade-cdt. de verantwoordelijke persoon is voor de technische uitvoering en dus de sterkte-bepaling aan hèrn dient overgelaten te worden. 368

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 90