weieens dat men niemand voor de administratie toegevoegd krijgt en zal men het werk dus zélf moeten verrichten. In het meest gunstige geval doet dus de s. m. a. het administratieve werk on der controle en verantwoording van den postcommandant en de overige officieren op de post. Het administratieve werk verschilt in wezen niet veel van het werk op Java. Het eenige verschil is dikwijls dat er geen kwartier-meester ter plaatse is, doch dat de hoofd-administratie, om het zoo maar eens te noemen, gevestigd is op de standplaats van den gewestelijk-militaire-commandant. In wezen doet dit niets tot de zaak af, en moet in dit geval allèen het bedrag aan gelden-ter-goede-rekening verhoogd worden en is deze verhooging afhankelijk van den tijd die de aantooning of rekening-courant noodig heeft om de hoofd-administratie te be reiken aldaar geverifieerd te worden en met de finantieele over making de post weer te bereiken. Ik sprak^ hierboven van een rekening-courant en kan dit als volgt toelichten. Behalve de aantooning zijn er andere bedragen die de detachements-post- commandant moet ontvangen en uitgeven en teneinde nu alle finantieele bedragen overzichtelijk bij elkaar te houden, dient hij een rekening-courant aan te houden. Hierin boekt hij alle ont vangsten (zijn in den regel niet veel) en alle uitgaven. Maandelijks of zoo dikwijls als zulks met een goede postverbinding mogelijk of wenschelijk is, maakt hij hiervan een afschrift in tweevoud en dient dit met de bijbehoorende bewijzen als aantooning, be- talingsstaten, kwitantiën, werklijsten (genie) enz. enz. via den gewestelijk-militaire-commandant bij den kwartiermeester in. Na verificatie zendt deze het duplicaat exemplaar, voor gezien en accoord geteekend, terug en maakt tegelijk het aankomende geld over Betreffende het overmaken van deze Landsgelden wordt verwezen naar de desbetreffende circulaire van het Departement van Oorlog, opgenomen in den bundel Algemeene Orders. Het is zaak deze bepalingen omtrent inpakken, verzenden en ontpakken van Landsgelden nauwkeurig te volgen, aangezien nonchalance op dit gebied U vandaag of morgen een gevoelige klap in den wapenkamer kan bezorgen. Niettegenstaande dus de s. m.a. het administratieve werk doet is het voor den officier, of hij nu postcommandant is of met een noodzakelijk iets om zich zoo spoedig mogelijk vertrouwd te maken met die administratie. Aarzelt nimmer om Uw chef, oudere collega dan wel den sergeant-majoor zelve om inlichtingen te vragen als ge iets niet weet of begrijpt. Vraagt ge laatstge noemde om inlichtingen, vraag er dan ook steeds bij; »waar staat het of waar kan ik het vinden"; en neemt de moeite het na te slaan in de betrekkelijke orders, voorschriften of modellen. Blijft nimmer afhankelijk van den sergeant-majoor-administrateur, dit is uit den booze en heeft bovendien het nadeel dat, wanneer deze functionaris eens plotseling ziek of overgeplaatst wordt zonder dat er direct een vervanger voor hem komt, het werk stagneert 370

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 92