gegevendeze gelden in zekeren zin als basis voor de
beweging in de ontwikkelde formatie. Tijdens een langdurig
ontwikkeld voorwaarts gaan kan het doelmatig of noodig
worden formatie en richting te veranderen, b.v. in af
wisselend terrein als gevolg van nieuwe berichten omtrent
den vijand bij het meer naderen tot den vijand. Steeds
moet aan de gevechtsvoertuigen van de compagnieën en
den G. T. (o.a. in meerdere echelons) worden gedacht.
Bij gevechtsontwikkeling moet men verder zorgen voor
O.V.l. beschermingverkenning en beveiliging. Aldus
115. worden de troepen gewaarschuwd voor gevaar en verras-
117. sing, worden gunstige naderingsmogelijkheden onderkend
en krijgen de automatische vuurwapens gegevens voor hun
taak als vuurbeschermers. De bataljons-commandant treft
de noodige maatregelen tot vervollediging van de verken
ning van terrein en vijand en neemt zelf het aanvalsterrein
in oogenschouw.
Als verbindingsmiddelen moeten gedurende de
ontwikkeling, wanneer dus alles in beweging blijft in weer
wil van tijdelijke rusten, hoofdzakelijk de ordonnansen (c.q.
lampen, spiegels) worden gebezigd tot het in stand houden
van de verbinding met het regiment en ook binnen het
bataljon. Voor de laatste verbinding is het meest aan te
bevelen, in het terrein, waardoor de beweging geschiedt,
spiegelstations enz., afgescheiden van de troepen, op te rich
ten, waarheen de in de nabijheid zich bewegende of zich
in stelling bevindende onderafdeelingen hare berichten ter
doorzending zenden en door welke zij bevelen kunnen
krijgen, terwijl zij van tijd tot tijd bij de in de nabijheid
zich bevindende berichtstations naar die bevelen kunnen
vragen of ordonnansen daarbij kunnen plaatsen.
De plaats van den bataljon s-c ommandant
G.V.l. hangt af van toestand en terrein overzicht over het batal-
114. jon is gewenscht, veelvuldige plaatsverandering moetwor-
R.l. den vermeden. In voorkomend geval blijft het onbereden
307. deel van den staf marcheeren, terwijl het bereden deel
zich sprongsgewijze beweegt. Bij de gevechtsontwikkeling
zal eenigszins inzicht in het vijandelijk terrein practisch
zijn (dus de plaats van den bataljons-commandant ver naar
voren) voor de spoedig te treffen verdere maatregelen,
anderzijds moet de verbinding met het regiment voor de
te verwachten bevelen veilig zijn gesteld.
Zoodra het bataljon zich ontwikkelt, wordt de comman-
G.V.l. dogroep gevormd,bestaande uit een of meer ordonnansen
114(2). van elke compagnie (w.o. twee op rijwielen en personeel
van den verbindings- en waarnemingsdienst).
401