2. GESPREKKEN OVER TACTIEK.
V.
door
C. D. LAGERWERFF.
A. De door U in de vorige punten neergelegde beschouwin
gen mogen dan wellicht niet door een beroep op de voorschrif
ten kunnen worden opgelost; er valt toch nog wel het een en
ander over op te merken.
I. Over de hiervoren aangevoerde onderwerpen zou zeer zeker
nog eene uitvoerige gedachtenwisseling mogelijk zijn. En het is
toch nog slechts een heel klein gedeelte van het gebied, een
enkele greep uit het vele, dat de aanvoering omvat. Al die on
derwerpen eischen de volle aandacht van den bevelhebber en
voorzoover het vraagstukken zijn, moeten zij door hem worden
opgelost. Nu schuilt de groote moeilijkheid juist hierin, dat veel
van hetgeen het inzicht en het oordeel van de bevelvoering be
treft eerst onder de oogen kan worden gezien, nadat het geval is
vastgesteld. Ja, eerst wanneer het geval zijne oplossing vraagt, ont
staan de grootste moeilijkheden; nu moet overwogen, vastgesteld en
beslist worden.
Wanneer de bevelhebber dan nog niet de vaste lijn voor zich
zelf heeft uitgestippeld, zal het hem niet mogelijk blijken, deze
zoodanig te wijzigen als de omstandigheden eischen.
Onzekerheid, twijfel, besluiteloosheid of onjuiste beslissingen
zijn daarvan het gevolg en met het falen van de bevelvoering.
een zekere nederlaag.
Daarom wil ik trachten U mijne inzichten betreffende de aan
voering, waaraan al het andere in de tactiek ondergeschikt is op
enkele hoofdpunten nader te verklaren.
Hoofdzaak is dat de aanvoerder bij de uitvoering van zijne op
dracht zorgt de vrijheid van handelen te behouden.
Te voren sprak ik hier al met een enkel woord over.
Het is duidelijk dat daarvoor een eerste eisch is, dat hij vroeg
tijdig over gegevens van den vijand beschikt, juist om te voorkomen
dat hij gedwongen wordt zijn maatregelen ondergeschikt te maken
aan die des vijands.
Wanneer hij in het onzekere blijft totdat hem plotseling de aan
wezigheid van den vijand wordt gemeld en zijne troepenmacht
zich dan op een afstand binnen de 10 K. M. van de vijandelijke
411