bevindt, dan is hem ook alle vrijheid van beweging genomen, d. w. z. hij kan niet anders doen dan zijn macht tevenover den vijand ontwikkelen en in het terrein waar hij zich dan bevindt. A. Het is het gewone verloop van onze oefeningen. Bij het mel den van vijandelijke infanterie wordt ontplooid om bij den vijand geen slag achter te zijn. I. Onder de gegeven omstandigheden blijft er dan ook niet veel anders over. Maar vandaar het schematische, starre van vele onzer tegen woordige oefeningen. Zooals ik, onlangs in een dagbladartikel, blijkbaar van een militair medewerker, las: „de opzet van twee „tegen elkaar aanloopende divisiën wordt zoo herhaaldelijk "toegepast, dat men 's nachts wakker wordende automatisch de [bevelen voor ontplooiing volgens recept kan geven". Het mag dan overdreven zijn, het typeert toch den toestand. A. De vijand verkeert onder dezelfde omstandigheden en moet ook tot de ontplooiing overgaan, de kansen blijven gelijk. Ja, wanneer de vijand in de werkelijkheid zou doen, zooals wij hem dat bij onze oefeningen voorschrijven. Maar daar zit juist de fout. Wanneer een schema wordt gevolgd en men laat den vijand op dezelfde wijze optreden, dan kloppen de zaken nog wel. De vijand handelt echter volgens eigen inzichten. Hij marcheert nu niet op goed geluk maar door tot hij bericht ontvangt, dat zijn cavalerie op vijandelijke infanterie is gestooten. Hij gebruikt vliegtuigen en cavalerie om hem tijdig die gegevens te verschaffen, welke hij voor zijn gevechtsplan noodig heefthij bestudeert te voren de mogelijkheden, welke het terrein hem biedt en ontvangt ook daarover de nader aan zijne verkenningsorganen gevraagde inlichtingen. Hij groepeert zijne krachten nu tijdig overeenkomstig zijn voornemen in het gevechtsplan neergelegd, buit daarbij de voor deden, welke het terrein hem biedt, grondig uit en slaat nu op het door hem gewilde juiste moment toe. Welke kansen geeft ge nu nog den tegenstander, die rustig is doorgemarcheerd, van alle zorgen vrij, totdat zijn cavalerie hem de aanraking met infanterie op 6 a 8 K. M. meldt en hij nu het schema van de ontplooiing zal gaan volgen, zonder verder dan ook maar iets van den vijand te weten. Uiteraard is er thans geen ander middel dan onmiddellijk in het terrein waar men zich bevindt te ontplooienbewegingsvrijheid bestaat niet meer. 412

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 22