Ik hoop echter, dat ge kunt inzien, dat van een algemeen standpunt beschouwd, verkennen primair en beveiligen secundair is. Gelukkig beschikt de bevelhebber dan ook nog over het ver kenningsorgaan op grooten afstand, het vliegtuig. Maar ook dat middel wordt dikwijls versmaad de luchtstrijd krachten houden elkaar in evenwicht. Klaar, de zaak klopt, geen moeilijkheden, we kunnen kalm wachten tot de eerste in fanterist door cavalerie wordt gemeld en ook dan loopt het ra derwerk naar behooren. Consequent is het zeer zeker. De cavalerie wordt niet gebruikt vanwege de te verwachten moeilijkhedenvoor het buiten ge- bruikstellen van de luchtmacht dezelfde gedachtengang. Maar de aanvoerder is ziende blind. In de moderne oorlogvoering moet de bevelhebber gebruik maken van de moderne verkenningsmiddelen om hem die gegevens te verschaffen, welke hij voor de uitvoering van zijne plannen noodig heeft. Het gaat hier dus niet, zooals ik reeds eerder zei, om het waardeeren van de moeilijkheden, maar om de noodzakelijkheid over de gegevens te beschikken. Renseigner d'abord, couvrir ensuitevoila 1 ordre d urgence. Et si l'on ne peut faire les deux, renseigner, renseigner, renseigner Een leerrijk voorbeeld is het Belgische Leger achter de Gette. Het veldleger, ongeveer 117.000 man sterk, b]ee[— zooals pitein Ronduit zegt als het ware „geblinddoekt achter de Gette staanhet durfde op geen 10 K. M. voor zich uit te laten verkennen. Een stelsel, waarbij het zwaartepunt op de beveiliging wordt gelegd, kan niet deugen. Evenals een lijdelijke verdediging tot den ondergang voert zoo draagt een systeem voor den aanval, dat meer gebaseerd is on de beveiliging dan op het toebrengen van slagen de kiem van den nederlaag in zich. De beste beveiliging wordt bovendien verkregen wanneer de bevelhebber gewaarschuwd is voor„Wat komen zal en komen moet". Aan zijne verkenningsorganen de taak hem die gegevens te verschaffen. Dan is hij in staat zijn offensieve maatregelen te nemen, waardoor indirect aan de eigen troepen de grootste zekerheid wordt verschaft. A. Bij onze oefeningen heeft de bevelhebber voldoende aan het bericht van de aanwezigheid van vijandelijke infanterie om verder tot de uitvoering van zijne maatregelen te kunnen overgaan. I Maar ge begrijpt toch wel, dat dit nooit de werkelijkheid kan zijn. Wanneer het zoo eenvoudig was, dan waren er geen Napoleons of Molkten geweest, dan kon iedereen het. Waar blijft dan het geniale in de aanvoering. 416

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 26