3. DE BEVELVOERING OVER KLEINERE AFDEELINGEN IN HET GEVECHT. door D. J. W. HAGEMANN. Kap. der Inf. (Slot) VOORBEELD II. Ons tweede voorbeeld is gekozen uit de gevechten in het be gin van den oorlog en wel uit die, geleverd gedurende de eerste botsing tusschen de Brigade Goullet van het „Corps Colonial" en het XVIIIe Duitsche Reserve Korps, nabij Neufchateau (België). Vergeten wij nietde artillerie kent niet de vuurwals, noch de vuurconcentratie, waartoe trouwens de middelen niet beschikbaar zijnde mitrailleurs spelen nog een ondergeschikte rol, het batal jon door ons in beschouwing genomen beschikt organiek over slechts 2 mitrailleursde lichte mitrailleurs zijn nog onbekend, handgranaten, mijnenwerpers bestaan nog niet, over vlammen- spuiten, tanks en wat dies meer zij, wordt nog niet gedacht. Het terrein Zuid van Neufchateau kenmerkt zich door vele verspreid liggend boschperceelen, waarvan het grootste het Bois d' Ospot wordt genoemd. Zuid van Neufchateau stroomt een beek, geen bepaalde hindernis vormend de hellingen zijn flauw glooiend van het Zuiden en Noorden uit naar dit stroompje. Hetterrein is overigens overal goed begaanbaar. 422 HET le BATALJON VAN HET 21e REGIMENT KOLONIALE INFANTERIE IN HET GEVECHT VAN DEN 22en AUGUSTUS 1914. Opmerking verdient voorts, dat hier niet moet worden verwacht, dat de meeste officieren althans begrijpen, dat de inlichtingen hunnerzijds gegeven, de basis vormen van de besluiten hunner commandanten (zie voorbeeld I). Men laat zich bij deze eerste aanraking met den vijand medesleepen door temperament en gevoel. Een officier van den Staf van den Brigade-Generaal, op verkenning uitgezonden, neemt het bevel op zich van een groep Infanterie zonder Commandant en zendt zijn zeer belangrijke gegevens per ordonnans, waardoor de Generaal ze nimmer verneemt, daar de overbrenger sneuvelt. De beide Reg. Cdtn., met 2 kaarten en 3 schetsen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 32