Achtereenvolgens zullen wij behandelen I. Inleiding. II. Het Bevel voor de Hoofdmacht. III. Het Plan van den Cdt. van het 21e Reg. VI. De Splitsing van het le Bat. V. Overzicht van den Toestand om 2 u. 30 n. m. VI. Voorbereidingen voor den Terugtocht. VII. De Terugtocht op de tweede Stelling. VIII. Het Afbreken van het Gevecht. IX. Beschouwingen. Aan het slot zullen wij nog de gelegenheid vinden om enkele conclusies te trekken, naar aanleiding van de beide voorbeelden, welke wij zullen toetsen aan de toestanden bij ons Indisch Leger. I. INLEIDING. (Hiérbij kaarten III en IV.) Het groote kader, waarin dit gevecht past, laat zich als volgt beschrijven (kaart III). Van Fransche zijde vermeende men, dat de Duitschers slechts over-20 Legerkorpsen beschikten. Hiervan trok, naar bekend ge worden was, een belangrijk deel over Luik en Namen in de richtingen Brussel en Givet, terwijl een ander, eveneens sterk, gedeelte in Elsas-Lolharingen onbeweeglijk bleef staan. Waar bovendien de Fransche vliegtuigen geen troepen konden ontdek ken in de omgeving van Arlon, het aanknoopingspunt van beide deelen, kwam de Fransche Generale Staf tot de conclusie, dat de Duitschers een zeer gewaagde strategische omtrekking op grooten afstand volvoerden. Het centrum, ongetwijfeld slechts zwak bezet door eenige Cavalerie-Divisies, moest dus worden aangevallen en op 21 Augustus werd daartoe het bevel gegeven. Het 4e Fransche Leger moest daarvoor de Semois oversteken en recht naar het Noorden marcheeren naar Neufchateaugeduren de dien marsch zou de rechter flank worden gedekt door het 3e Leger. Tot het 4e Leger behoorde het Corps Colonial, waaraan wij verder aandacht zullen schenken. De Duitsche troepen hadden in opdracht gekregen om de om zwenkende beweging te gaan volgen en zoo rukte het IVe Leger in Zuidwestelijke richting op, terwijl het Ve Leger meer in Zuide- 423 medegesleept door de zucht om zélf te zien en een moedig voorbeeld te geven, vergezellen de voorste afdeelingen, zijn daardoor verder onbereikbaar en kunnen weinig of geen leiding geven aan hunne troe pen. De verbindingen worden geheel verwaarloosd de Brig. Cdt. ont vangt geen enkele mededeeling van zijn Reg. Cdtn., zelfs niet omtrent de meest belangrijke berichten. Zoo wordt het mogelijk, dat de Ge mengde Brigade, waartoe het 21e Reg. behoort in een zóó kritieke situatie komt, dat het verwonderlijk is, dat niet de geheele troep krijgs gevangen wordt gemaakt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 33