In het Oosten tegen het 21e Reg. (deels nog tegen het 23e-
troepen van het Bois d'Ospot)de 50e Brig., waarbij 36 stukken
(77 m. M.).
In reserve is nog de 49e Brig., welke voor alle eventualiteiten
voorloopig niet zal worden ingezet, daar de Duitschers de juiste
sterkte der Franschen niet kennen en veel hooger aanslaan dan
1 gemengde brigade.
Omstreeks 4 uur in den middag wordt deze algemeene aanval
ingezet en reeds spoedig beloond met de verovering van den
heuvel West van Neufchateaude bezetting daarvan tracht zich
in Zuidwestelijke richting te redden, maar daar de Duitschers
ook vanuit het Bois d'Ospot zijn opgerukt in de richting van de
brug, worden zij grootendeels krijgsgevangen gemaakt. Tot zoo
ver wat de troepen in het Noorden betreft.
In het Zuiden is de vijand voortgegaan met zijn omtrekking;
hiertegen zet de Brig. Cdt. zijn laatste reserve (twee cien.) in. Nog
eenige kleine afdeelingen, verdwaalde overblijfselen van het 21e
Regworden en passant verzameld en na schermutselingen met
vooruitgeschoven Duitsche patrouilles wordt ongeveer de flank
van de twee Cien. van het Ie Bat. bereikt.
VII. DE TERUGTOCHT OP DE TWEEDE STELLING.
In het Noorden is van deze beweging weinig terecht gekomen,
zooals wij uit het bovenstaande hebben kunnen zien slechts kleine
groepjes komen uitgeput (meest gewonden) en zonder munitie
in Grapfontaine en Montplainchamp aan.
Alleen de meer achterwaarts gebleven troepen kunnen zich
ordelijk terugtrekken en Grapfontaine bezetten.
Wat is er sedert 2 uur 30 n.m. geschied bij het Ie Bat., dat
wij in hardnekkig gevecht tegen groote overmacht, hebben achter
gelaten
De beide Cien., welke den aanval op het Bois d'Ospot hebben
ingeleid, zijn nog steeds ter plaatse. Rechts de Cie., waarbij
de Kolonel Aubé, vér vooruit, op nauwelijks 200 M. van het
bosch, nog slechts een 15-tal geweren sterk; links de Cie.,
door den Bat. Cdt. achtergelaten op rond 300 M. De Kolonel,
thans geheel onbereikbaar, heeft het bericht van den Kap.-Adj.
nimmer ontvangen, daar de overbrenger is gesneuveld ook de
volgende berichten van den Bat. Cdt. komen niet aan, terwijl
omgekeerd de door den Kolonel gegeven bevelen al evenmin hun
doel bereiken. De Leider behoort nu eenmaal meer achterwaarts!
De Bat. Cdt. heeft met zijn 2 Cien. en 1 sectie Mitrs. tot nu
toe den vijand in bedwang kunnen houden uit de richting Offaing
komen echter steeds meer troepen, in afwachting waarvan het
7e Reg. Dragonders (Duitsche reserve-troepen) de Zuidelijke
vleugel verlengt.
431