en indien de verbinding voorste lijn (waarbij de waarnemer)
Artillerie ons niet in den steek laat, dan kunnen wij dit werk
ook vol vertrouwen aan het zusterwapen overlaten, daar dit zal
doen wat het kan, om ons in den nood te helpen.
De laatste gevolgtrekking uit beide voorbeelden te trekken
moge luiden, dat, méér nog dan voorheen, de Bataljons-Com
mandant op de hoogte moet worden gehouden van alles wat bij
de eigen compagnieën voorvalt, van andere afdeelingen wordt waar
genomen of van den vijand kan worden gemeld. Deze berichten
toch leveren de gegevens voor zijne bevelen, welke dus alleen
dan geheel juist kunnen zijn als hij volledig is ingelicht. Het
zelfde geldt overigens m. m. voor alle commandanten.
Doch vóór alles moge uit dit artikel de leering worden ge
trokken, dat het voor den Bataljons-Commandant mits op
de hoogte van zijn taak en bezield met moed, zelfver
trouwen en krachtigen wil om zijn opdracht te vervullen
zéér wel mogelijk is om, in aanval en verdediging, zijn
Bataljon te leiden en aan te voeren tot op de kortste af
standen van den vijand, óók al staan hem niet alle middelen
ten dienste, waarover de meest modern uitgeruste legers
beschikken.
Voornaamste geraadpleegde werken en artikelen:
„Le commandement des petites unités au combat," Revue
d'lnfanterie, Oct. et Nov. 1927; Commandant de Saint Julien.
„Neufchateau"Commandant A. Grasset.
437