5. NASCHRIFT door L. A. SNELL. Inderdaad zijn voor de patrouilleactie (n.l. de actie in haar geheel) geen vaste regels te stellen, maar de diverse handelingen der patrouilles, zooals het omsingelen van kampongs, huizen, schuilplaatsen enz., het vervolgen, achtervolgen, het afslaan van klewangaanvallen enz. blijven overal hetzelfde. Ik zou bijv. niet weten waarom men in de bosschen van de N. kust van Atjeh den tegenstander op een andere wijze moet vervolgen als ter Westkust. Wat betreft de 2 man als dekking dwangarbeiders, ik acht dit, gezien de zwakke patrouille, voldoende. Hoe kan de vijand weten waar de trein is opgesteld? Wordt hij of de patrouille overvallen? Ook al mocht hij toevallig in de richting van den trein vluchten, dan nog zijn die twee man voldoende om door verrassend vuur hem te doen terugdeinzen. Men vergefe niet, dat de bende door de overvalling volkomen verrast is en niet meer weet wat zij doet. Het element „verrassing" staat hier op den voorgrond. Bij een sterkere patrouille kan de treindekking ook sterker worden genomen. Echter den trein een der afsluitingstroepen te doen volgen vind ik geheel verkeerd. Is het voor den enkelen man al moeilijk om geruischloos te marcheeren, (dit blijkt wel uit het uitglijden van een der maréchaussees, zie blz. 55 I. M. T. 1928) hoeveel te meer is dit niet voor den zwaarbeladen dwangarbeider. En het komt er vooral op aan om alle bewegingen geruischloos te verrichten. En wie moet bovendien de veldzakken van de patrouille bewaken, die ik bij elke omsingeling laat afleggen Het geven van een dekking trein is ten allen tijde urgent. Het verdubbelen van de wacht (patr. H., blz. 138, le al.) acht ik na het tweede bericht beslist noodig. Had de patr. cdt. dit maar gedaan, dan zouden de aanvallers de patr. meer voorbereid hebben gevonden en de verliezen minder zwaar zijn geweest. Natuurlijk moet niet op elk bericht deze maatregel worden ge nomen. Dit moet de patr. cdt. zelf beoordeelen. Ook Krijgt men niet iederen nacht een bericht, doch komt dit sporadisch voor. Voor uitputting der patrouille door dit verdubbelen, behoeft men dus niet bevreesd te zijn. Uit de verdere aanteekeningen blijkt dat de majoor B. voor stander is van het systeemUitrukken op elk bericht, zelfs 's nachts. Inderdaad werd dit systeem in de periode 1900 442

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 52