aan de bataljons zullen worden toegevoegd, hierbij rekening hou dende met de meerdere of mindere geschiktheid van zijne onder commandanten en de validiteit der onderdeden, in verband met de belangrijkheid van de taak van dat bataljon en den vermoe- delijken afstand tot de eigen standplaats. Zoo zal hij aan een bataljon met een zeer belangrijke taak dat peloton medegeven, dat den besten commandant heeft, dus niet een, waarvan de eigenlijke commandant vervangen is door den oudsten sergeant. Voor de rest van zijne compagnie bepaalt hij marschweg en marschvorm, in overeenstemming met de bevelen van den r. cdt. Als regel zal hij dit kunnen overlaten aan den pelotonscomman dant; is echter dit deel groot, b. v. twee pelotons, dan zal hij zulks zelf doen. J Bij deze aanvankelijke groepeering moet de c. cdt. overwegen, of de gedetacheerde onderdeelen een deel van den G. T. mede zullen krijgen. Dit zal weder afhangen van te taak van het bataljon, het wegennet en den afstand. Als regel echter zal 1/3 van den G. T. aan ieder peloton worden medegegeven. Ons R. E. Mitr. 23 bepaalt dan ook, dat bij oefeningen een G. T. moet worden inge deeld bij het peloton, zulks om den cdt. er aan te wennen, dat hij aan dit deel denken moet. Verder regelt de cdt. M. C. den marsch van het overige deel van den G. T., c. q. in overeenstemming met daarvoor door den r. cdt. gegeven orders. (G. V. 1. 143). Bij den nu volgenden naderingsmarsch blijft de cdt. M. C. bij den r. cdt., om steeds bij de hand te zijn om dien chef voor- stellen te doen omtrent het gebruik van de mitrailleurs. Om dit behoorlijk te kunnen doen, moet hij zorgen, steeds op de hoogte te zijn van de bedoelingen van den r. cdt. Hij zorgt, bekend te worden met alle berichten, die den r. cdt. bereiken, en met alle bevelen, die van hem uitgaan Tegelijk moet hij voortdurend èn kaart en terrein bestudeeren. Hierdoor alleen is hij in staat, steeds in den geest van zijn chef voorstellen te doen, zonder tijd te verliezen. J De hier bedoelde voorstellen kunnen b. v. zijn vuur doen af geven op groote afstanden, om belangrijke punten voor den vijand onmogelijk te maken, toebedeeling van een onderdeel der m. c. aan een bataljon, waarbij nu eerst blijkt, dat het den steun van mitrailleurs niet ontberen kan, plaatsen van een afdeeling mitrail leurs op een flank, die bloot komt te liggen, wat van te voren niet was voorzien, plaatsen van een afdeeling voor luchtafweer (indien geen luchtdoelmitrailleurs ter beschikking zijn), het terug nemen van ingedeelde mitrailleureenheden, die niet meer benoo- digd zijn, e. d. Is een gevecht op handen, dan zal de r. cdt. als regel afzon derlijke bevelen aan ieder zijner ondercommandanten geven en die later z. n. samenvatten in één enkel bevel (G VI 141) 446

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 56