De cdt. M. C. zorgt, in verband met het voorgaande, al dadelijk
op de hoogte te zijn van die bevelen aan de bataljons-comman
danten.
Deze bevelen houden o. a. in: (G. V. I. 142 (1)) opdracht voor
de mitrailleurs welke hij nog ter beschikking heeft; aanvullings
plaats inf mteriemunitie c. q. opstelling G. T.commandopost.
Met deze punten heeft de cdt. M. C. in de eerste plaats te
maken.
Voor wat betreft het eerste, die opdrachten aan de mitrailleur
compagnie, hierover heeft de c. cdt. reeds te voren zijne ge
dachten laten gaan. Hij heeft, geheel denkende in den geest van
den r. cdt., overwogen, wat deze van de mitrailleurs vermoede
lijk zal vergen en hoe dan een en ander zal zijn uit te voeren,
dus stellingen, opmarschwegen, gedekte nadering, enz. Hij moet
reeds in zijne gedachten stellingen tegen bepaalde doelen heb
ben en moet hebben nagegaan, of vuur over of langs eigen
troepen van uit de door den r. cdt. aangewezen stellingen tech
nisch mogelijk is, enz. Alzoo, hieruit blijkt alweer, hoe hij voort
durend op de hoogte moet zijn van alles, wat er geschiedt en
hoe hij steeds terrein en kaart moet bestudeeren en alle moge
lijkheden overwegen.
Dit vooruitdenken in den geest van den r. cdt moet hij ook
volhouden na het begin van het gevecht. Iedere gewijzigde ge
vechtstoestand vereischt zijn aandacht, om de beste voorstellen
aan zijn chef te kunnen doen, als verandering van de groepeering
van de mitrailleurs, verslerking van het vuur door inzetting van
die wapens, opstelling op de flank, aanvullen van in de linie
ontstane openingen enz.
Het Engelsche mitrailleurreglement geeft enkele wenken voor
den cdt. M., die wel is waar bedoeld zijn voor den pelotons
commandant bij het bataljon, doch voor den c. cdt. M. C. bij
ons evenzeer kunnen gelden
Hij moet zijn aandacht schenken aan de volgende punten
I. Stellingen, van waar uit het inleidend dekkingsvuur voor
de infanterie het best kan worden afgegeven.
II. Stellingen, als de aanval voortgaat.
III. De beste opmarschwegen en de natuurlijke hindernissen,
die daarin moeten worden overwonnen, zoowel voor het
personeel als voor de transportmiddelen.
IV. Tactische punten, die kunnen dienen voor de richting.
V. Het karakter van 's vijands verdedigingswerken en de hinder
nissen, die zullen zijn te overwinnen door de infanterie
in de verschillende stadia van het gevecht en de mogelijk
heden van het verleenen van steun daarbij door de mitrail
leurs.
VI. Waar de grootste moeilijkheden door de infanterie zullen
worden ondervonden.
447