VII. Waar de flank gevaarlijk blootgesteld wordt. VIII. De opstellingen en de naderingswegen, die het meest waarschijnlijk door den vijand zullen worden gebruikt bij tegenaanvallen. Hij zal zich dus vaak naar voren moeten begeven om een en ander persoonlijk te verkennen. De aanvullingsplaats voor infanteriemunitie maakt de cdt. M. C. bekend aan den cdt. G.T., opdat deze wete, waar munitie te krijgen is. De commandopost r. cdt. deelt hij mede aan de pelotonscom mandanten deze post toch is tevens zijn eigen opstellingsplaats. De plaats van den G. T. wordt overgelaten aan de bataljons commandanten (G. V. I 143), dus ook aan den cdt. M C.tenzij de r. cdt. het noodig oordeelt, deze plaats zelve te bepalen. In het eerste geval regelt hij dus die opstelling en verder, geduren de het gevecht, den opmarsch van dien trein. In het tweede geval zal toch een gedeelte de mitrailleurs moeten volgen, n.l. de patroonkarrenkan bij de infanterie de gevechtstreinmunitie te voren worden uitgereikt, bij de mitrailleurs is dat onmogelijk, aangezien er geen draagkrachten voor zijndeze karren zullen dus steeds zoo ver mogelijk moeten volgen. Omtrent de aanvulling van munitie is voorgeschreven, dat de ze ook voor de bij de infanterie-eenheden gedetacheerde on- derdeelen der M. C. geschiedt door den cdt. M. C.die eventueel die munitie bij de munitiepost van die eenheden kan laten deponeeren. (G V. I. 110(7)). Het spreekt van zelf, dat voortdurend het oog houden op de geregelde aanvulling van munitie een voorname plicht is van den cdt. M. C. De cdt. M. C. blijft bevoegd, om de technische vuurleiding zijner mitrailleurs te controleeren (G.V. 1. 152 (2), al zijn deze tijdelijk onder de bevelen van een der bataljonscommandanten gesteld. Met het tactisch gebruik heeft hy in dat geval uiteraard geen bemoeienisdit behoort geheel tot de taak van dien batal jonscommandant. De cdt. M. C. mag en moet zich af en toe overtuigen, dat de pelotons-(sectie-)commandanten hunne wapens zoodanig gebruiken, dat hunne tactische opdracht zoo goed mo gelijk wordt uitgevoerd, dus, b. v., dat in verband met den af stand, wind, terreinhoek, enz. het goede vizier, het beste mik punt, de voordeeligste vuursoort wordt gebezigd, dat het peloton (sectie) op de handigste en snelste wijze voorwaarts of in stelling komt, dat de juiste plaats van de stelling in de door den infan- teriecommandant opgegeven ruimte goed is gekozen, het vuur goed is voorbereid, de vermoedelijk noodige afstanden worden opgemeten, behoorlijke vuurkaarten worden gemaakt om de mu- 448

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 58