7. HET INSTITUUT DER „AANBEVOLEN-MILITAIREN". door H. VAN ALTENA. 0nze aanbevolen-militairen verheugen zich èn in den Volksraad en zoo nu en dan in de Pers in een vrij groote belangstelling! Dit is begrijpelijk, daar dit instituut aan de Indische jongelieden een goede gelegenheid biedt een behoorlijke betrekking in het Leger te bemachtigen, waardoor voor de Indo-Europeesche be volking van Nederlandsch-lndië het al of niet slagen van dit instituut een niet onbelangrijk vraagstuk is. Ook voor het Leger is deze instelling van veel belang, daar 111 de eerstvolgende jaren en bij handhaving van het instituut ook in de verdere toekomst een zeer groot deel van onze nieuwe brigade-commandanten gewezen aanbevolen-militairen zuilenzijn en niemand zal willen ontkennen, dat de voorziening in de behoefte aan goed kader een der belangrijkste vraagstukken voor een Leger is. Daarom willen wij, nu dezer dagen, de eerste aanbevolen- militairen als sergeant-titulair bij den troep zijn aangekomen, aan de hand van ons thans ten dienste staande cijfers en verdere gegevens, trachten de volgende vragen te beantwoorden. Ie. In hoeverre moet het instituut der aanbevolen-militairen voor het Leger als een geslaagde proef worden beschouwd of niet 2e. Zou op een andere wijze, met loslating van de voornaamste kenmerken van de opleiding der aanbevolen-militairen, in de behoefte aan Europeesch kader kunnen worden voorzien 3e. In hoeverre is het mogelijk het bestaande instituut der aan bevolen-militairen te wijzigen, zoodat de kwaliteit van het hierdoor te verkrijgen kader vooruitgaat, zonder dat de quantiteit zoodanig achteruitgaat, dat de geregelde kadervoor ziening gevaar loopt? Ad le. Wil deze vraag in gunstigen zin beantwoord kunnen worden dan zal het instituut moeten blijken te voldoen aan de twee volgende eischen a. De geregelde aanvulling van het benoodigde kader moet er door zijn verzekerd. b. Het moet goed bruikbaar kader opleveren. 452

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 62