De bataljons-commandant zorgt voor den inzet der mitrail
leurs de geweermitrailleurs worden in den regel door de
compagnies-commandanten ingezet. Doch het staat den
bataljons-commandant vrij, een of meer infanterie-compag-
nieën (b.v. de achterste c.q. reserve) in 't bijzonder met
de luchtafweer te belasten.
De inzet van de luchtafweerwapens moet steeds gebeu
ren ter zijde van de ruimte, welke moet worden beveiligd,
d. w. z. zoo, dat van ter zijde de luchtruimte boven den
marschweg, de rustplaats, het terrein waarin de voorwaart-
sche beweging plaats vindt, onder vuur kan worden ge
nomenluchtdoelmitrailleurs b.v. 400 500 M. ter zijde
van den marschweg.
Blijft het bataljon ter plaatse (verdediging, rust) dan moeten
de mitrailleursecties, welke door den bataljons-commandant
van opdrachten zijn voorzien, in stelling gaanzij zijn
dan gereed voor den luchtstrijd. Is het bataljon in bewe
ging (op marsch) (b/d aanval) dan verdient het aanbeveling
eveneens secties mitrailleurs in stelling te doen komen,
die, wanneer het door hen bestreken terrein is verlaten,
inrukken en volgen, terwijl andere mitrailleursecties het
nieuw betreden terrein beschermen.
Zoo volgt een echelonsgewijze inzet. De bevelen van
den bataljons-commandant moeten zoodanig zijn, dat de
luchtbescherming onafgebroken is verzekerd.
De door de compagnies-commandanten met luchtafweer
belaste geweermitrailleurs komen in stelling, wanneer de
troep niet in beweging is, Is deze echter in beweging,
dan marcheeren zij mede, gereed voor luchtafweer en
komen bij het optreden van vijandelijke vliegtuigen in een
snel op te zoeken stelling.
De vuuropening wordt bevolen door de betrokken sectie
commandanten slechts bij uitzondering zullen bataljons- of
compagnies-commandanten zich zulksvoorbehouden, b.v. om
een algeheele verrassende vuuropening te verkrijgen of om
een onnoodig verraden van een niet onderkenden troep
door al te ijverige onderaanvoerders te verhinderen. Wat
betreft de uitwerking moet de infanterie zich tevreden
stellen met de beschadiging van de vliegtuigen of verwon
ding van de bemanning. In betrekking tot het neerschie
ten mag slechts op toevalstreffers worden gerekend.
Om bij de nadering van vliegtuigen de luchtveiligheids-
maatregelen hetzij de reeds voorbereide, hetzij de alsdan
te treffen in werking te laten komen, moeten vliegtuig-
alarmeeringsposten met ver hoorbare signaalinstrumenten,
sirenen, ratels, enz. opgesteld worden. Tijdens de bewe
ging en op marsch worden hiermede belast de in stelling