463 Terwijl bij den lichtmeetdienst langs optischen weg de richting wordt gemeten, waarin van verschillende punten uit een doel wordt waargenomen en met behulp van die richtingen de plaats van het doel wordt vastgesteld, maakt de geluidmeetdienst bij de plaatsbepaling gebruik van de voortplanting van het geluid. Op verschillende punten worden geluidmeetposten ingericht, waar langs mechanischen weg (microfonen) het geluid van een somewhere afgeschoten vuurmond wordt opgevangen en dadelijk langs electrischen weg wordt over gebracht naar een centrale. Op die centrale kan uit de tijdsverschillen de plaats van de geluidbron worden bepaald. Deze methode is in den oorlog zeer vol maakt en heeft zoowel aan geallieerde zijde, als aan de zijde der centralen tot mooie uitkomsten geleid. Het was mogelijk om, ook al vuurden een groot aantal kanonnen tegelijkertijd, vrij nauwkeurig de plaats van een bepaald kanon te bepalenomdat, om zoo te zeggen, ieder afgaand schot een eigen karak teristiek heeft en dus te herkennen is. Ook voor inschieten (de geluidposten kunnen ook de knal van het eigen springende projectiel registreeren) is de geluidmeetdienst te benutten. Schr. geeft de organisatie van de geluid- en van de lichtmeetafdeelingen en de op stellingen ervan in het terrein. In het debat kwamen uitsluitend de vertegenwoordigers der L. A., zich daarbij keerende tegen stelling 6, luidende Voor de verkenning ten behoeve van de artillerie gedurende het gevecht, wordt een nauwe samenwerking vereischt tusschen de artillerievliegtuigafdee- Iing, de lichtmeetafdeeling en de geluidmeetafdeelingdeze samenwerking kan slechts worden verkregen, indien een afzonderlijk daarvoor te bestemmen, volkomen voor zijn taak berekend officier, met de leiding over deze afdeelingen is belast, omdat verschillende officieren van de L. V. A. zekeren aanstoot heb ben genomen aan het voorstel om de artillerievliegtuigafdeeling te brengen onder de leiding van een artillerie-officier, behoorende tot den staf der artil lerie-brigade, die Majoor Hasselman voor die taak zou willen stellen. Uit de beantwoording van den inleider blijkt, dat bij goede lezing en een weinig duidelijker redactie voor de stelling, veel woorden ongezegd hadden kunnen blijven. Inleider toch wenscht de artillerievliegtuigafdeeling niet onder com mando van dien artillerie-officier te stellen. Dat innige samenwerking gewenscht is, spreekt o. i. van zelf. Koloniaal tijdschrift, Maart. Hierin wordt melding gemaakt van de verschijning van de „klapper van Hekmeyer" Alphabetisch Register op de Staats en bijbladen van Neder landsch-Indië, Mr. F. C. Hekmeyer, Nijmegen, F. E. Mac Donald, Prijs f. 2.waarvan wordt gezegd „Dit boek zal U veel tijd besparen", schrijft de auteur boven zijn voorrede. En wij zeggen het hem gaarne na. Het voorziet in een langgevoelde behoefte; ieder die veel in staats-en bijblad moet werken zal het toegeven. Er was wel de klapper van Albrecht, maar die is oneindig veel lastiger te hanteeren dan dit practische boekje, met zijn handig formaat en met zijn overzichtelijke rangschikking (alphabetisch naar de onder werpen). Bovendien is deze nieuwe klapper bijgewerkt tot 1926, vrijwel up to date dus. Het is, gelooven wij, niet te veel gezegd dat dit boek, althans voor iederen bestuursambtenaar en voor zeer vele anderen, onmisbaar is. Zoowel de auteurs als het publiek wenschen wij met de verschijning geluk. Mavors, Februari. Kapitein Sickinghe vervolgt zijn studie Het verplichten bevoegd gebruik van wapenen door militairen, ook in vredestijd". Voor ons is wel van belang het erin opgenomen uittreksel aanschrijving van den Minister van Oorlog van 10 Juni 1927 He Afd. no. 47: „Aanwijzingen te volgen bij het handhaven van de krijgstucht". Met betrekking tot het verslag van de commis sie tot onderzoek van de ontevredenheid in het Leger, wordt het volgende opgemerkt. De Commissie spreekt als haar oordeel uit:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 73