464
„Dat de leiding is te kort geschoten. Er is vergaderd en gesproken, maar
niet gehandeld".
„Zij hadden niet moeten raadplegen en vergaderen, doch bevelen".
Dat is duidelijk, maar allerminst volledig.
Wat had de Commandant moeten doen? Had hij bevelen moeten geven aan
Commandanten, dat geweld met geweld moest worden gekeerd? Dat zou een
duidelijke instructie zijn geweest. Om velerlei reden is het te betreuren, dat
de bevelvoerende officier niet voor het H.M. G. werd gedaagd. De heer ter
Laan heeft gezegd bij een interpellatie over de artln. 17 en 20 W. K.:
„Als de tucht steunt op stommen dwang, dan vliegen de kampen in
brand en gaan de officieren aan den haal. Helaas, dat is geschied. Het op zijn
post blijven van een officier kan voldoende zijn om het gebruik der wapenen
te voorkomen. Als tegenbeeld van het hierboven vermelde prijsgeven van het
gezag, door energieloos loslaten van de machtspositie, worde vermeld het
krachtig optreden te Geertruidenberg. De majoor werd gewaarschuwd.
Hij deed de wacht in het geweer komen, de geweren laden en deed een
ronde met geladen revolver in de hand, vergezeld van een kapitein en 3
soldaten van de wacht. In korten tijd was de orde hersteld.
Hiermede stemt overeen de volgende zinsnede uit de vorenvermelde aanwij
zingen van den M. v. O. „Men wachte niet te lang, b.v. door steeds weer
hoogere autoriteiten te laten komen, maar grijpe in alvorens de oploop tijd
vindt zich uit te breiden, krachtig optreden wordt steeds moeilijker hoe langer
men wachtde slechte elementen worden driester, de goede beginnen te wei
felen en worden toegankelijk voor de slechte inblazingen der opstokers."
De schr. geeft een bronnen opgave.
Kapitein de Bas geeft de door den I. d. A. in Nederland uitgegeven regeling
voor de elementaire en voortgezette opleiding voor beroeps- en verlofs-officieren
der Artillerie en bespreekt die regeling. Hij zegt met betrekking tot dit onder
werp „De l.d.A. heeft ons wapen een goeden dienst bewezen.
Schieten is een kunst en dient beoefend te worden als een sport. De elemen
taire beginselen hiervan dienen voortdurend onderhouden te worden, wil men
die kunst machtig blijven.
Luit. Kruis vervolgt zijn beschouwingen over luchtdoelartillerie (I.M.T.
No. 3) en geeft een beknopte beschouwing over de vuurleiding. Niet-ingewij-
den kunnen zich aan de hand van dit artikeltje een denkbeeld van het vraag
stuk vormen. De heeren V. en F. vervolgen hun opstel Vorm en beweging
der Infanterie bij kans op- en ontvangst van Artillerie vuur vliegtuigbommen
en mitrailleurvuur"Dit onderwerp verdient uiteraard ook onze aandacht.
De bestudeering van dit artikel geeft echter weinig voldoening.
Kapitein-Intendant de Jongh vervolgt zijn populaire uiteenzetting over de
Intendance. Het onderdeel, verpleging van het veldleger gedurende den
tijd, dat de etappendienst niet of slechts gedeeltelijk in werking is, bevat
ook voor ons nog wel eenige aanknoopingspunten. Met betrekking tot den
verplegingsofficier wordt gezegd „de feitelijke uitvoering van de met betrek
king tot den verplegingsdienst gegeven bevelen is, onder verantwoordelijkheid
van den betrokken commandant, opgedragen aan den bij het bataljon en daar
mede gelijk te stellen onderdeden ingedeelden verplegingsofficier, voor welke
functie bij voorkeur een officier of adjudant-onderofficier der militaire administra
tie wordt bestemd. Deze is de pei soon, die na in ontvangstname van de verple-
gingsmiddelen, wélke, öf door den zorg van den etappendienst zijn aangevoerd,
of door de zorg van den betrokken D. G. intendant (Div. Int.), dan wel door
toedoen van hemzelf uit den in het verplegingsgebied aanwezige voorraad,
zijn bijeen gebracht, deze aan het hoofdkwartier, den staf, het troependeel of
den trein, waartoe hij behoort, uitreikt, terwijl hij tevens op de bereiding daar
van toezicht houdt."
Mavors. Maart. Uit het maandoverzicht moge de volgende aanhaling wor
den gedaan. Zooals bekend ligt aan dit plan (bedoeld is de vrijwillige dienst
neming voor de militie, waarmede de Regeering reeds haar instemming heeft
betuigd) ten grondslag het beginsel, dat men zooveel mogelijk bevordere