468 gen door een soort radband. In Duitschland is, in verband met een nieuw in gevoerde velduniform met open, liggenden, kraag het uniformvraagstuk ac tueel, zooals ook uit dit nummer blijkt. Mil. W. 11 Maart, in een artikel Heereskavalerieworden voor- en na- deelen van troepen op auto's, instede van cavalerie besprokende kwetsbaar heid van autocolonnes wordt in het licht gesteld. O. a. wordt hierin voor ver vanging van de bij de cavalerie ingedeelde pantserauto's door zich, voor beweging door het terrein eigenende, motorvoertuigen gepleit en wordt ook de gedeelte lijke motoriseering van de treinen van de cavalerie eenheden aanbevolen, vnl. met het doel om het andere deel van de treinen, met de beschikbaar komende paarden beter te bespannen en daardoor meer bewegelijk te maken. (Het- artikel heeft betrekking op het Fransche leger). Mil. W. 18 Maart. Wederom wordt de nieuwe uniform besproken de tegen standers betreuren het breken met de traditie en vinden de op burgerkleeding gelijkende nieuwe uniform niet militair genoeg; daartegenover wordt dan betoogd, dat een hooggesloten jas den soldaat in zijn bewegingen belemmert. Men moet in de eerste plaats rekening houden met de practische overwegin gen. Voorts wordt in dit nummer een kritiek geleverd op het artikel »Feuer- sckutz oder Feuerwirkung« voorkomende in de Allg. Schw. Mil. Zeiting 1927 No. 12 (I.M. T. No. 3) dat werd overgenomen in Mil. W. v. 11 Febr. Schr. wijst er op dat de oorlogservaring heeft geleerd, dat men in de meeste gevallen genoegen moet nemen met Feuerschutz. Als vernietiging als norm mogelijk zou zijn, zou de regel „het vuur verovert, de stootgroepen bezetten" juist zijn. De automatische wapens eigenen zich bijzonder om den tegenstander nieder zu halten, omdat deze zich aan vernie tiging zal willen onttrekken. Verder is de schr. van meening dat de grondslag van de schietopleiding gelegd moet worden met het geweer en dat van het schieten met het geweer staande uit de vrije hand een opvoedende kracht uitgaat. Hptm. Forster levert beschouwingen naar aanleiding van het hiervoren ter sprake gebrachte artikel Artillerie und Bombengeschwader" en concludeert dat deze eenheden met succes kunnen worden ingezet tegen aanvallen op den grond, indien tevoren het tijdstip voldoende nauwkeurig bekend is; als bijzonder geëigende objecten worden genoemdmarcheerende en rustende gesloten troepen vooral cav., in een uitlaadstations, aanvoercolonnes en bivak plaatsen. Uit een artikel Feuerüberfalle gegen lohnende Augenblicksziele" (aangevangen in het nummer van 11 Maart), mogen de volgende sprekende voorbeelden worden genoemd: een inf. marschcolonne met voertuigen op 1500M. werd in l'/2 minuut, practisch gesproken vernietigd door één sectie mitrs; een vijand, colonne uit alle wapens bestaande werd door een sectie mitrs. op 2000 M. afstand onder vuur genomen en in elkaar geschoten. Revue d'Artillerie Nos. 1 en 2. Ook weer in deze afleveringen wordt de Observation imilatérale" (zooals bekend een veel besproken onderwerp in de Fransche literatuur) in beschouwing genomen. Onder „Renseignements divers" in No. 1 vinden we vermeld de volgende meening van een ongenoemd Amerikaansch stafofficier (ontleend aan Army and Navy journal van October 1927). „De resultaten verkregen met vliegtuigen en pantserauto's hebben geenszins afbreuk gedaan aan de waarde van de cavalerie, doch hebben haar rendement verhoogd en hare belangrijkheid vermeerderd. Men dient zich te hoeden voor het vormen van een denkbeeld, uitsluitend gegrond op den stellingoorlog met zijn gestabiliseerde fronten en tallooze kunstmatige hindernissen. Er zijn thans geen naties, noch bevelvoerders, die van plan zijn zich met opgewektheid te onderwerpen aan een nieuwen stellingoorlog, welke door zijn langen duur, zijn geweldige verliezen, zoo aan menschenlevens als aan materieel, zijne ruïneering van de geldmiddelen en zijn misschien twijfelachtig resultaat een uitputtingsoorlog kan worden genoemd. Integendeel zal elk leger er naar streven de beslissing ■te verkrijgen door een snellen bewegingskrijg, welke alleen tastbare resultaten kan afwerpen als niet wordt vervallen in een rampzalige stabilisatie. Om een dergelijke bewegingsstrijd te verkrijgen moet, evenals voorheen, kunnen worden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 78