reeds dikwijls op grooten afstand van den vijand moeten geschieden, dus op een oogenblik dat men misschien nog slechts weinig weet van diens beweging of opstelling en van het tusschengelegen terrein. Het op zichzelf juiste streven van den bataljons-comman dant om zijn bataljon zoo lang mogelijk bijeen te houden mag niet tot een te late ontwikkeling leiden. Hij zal deze dikwijls, vooruitloopend op het mogelijk komende, moeten bevelen, b. v. vóór een terrein wordt betreden alwaar vij andelijk artillerievuur op grooten afstand mogelijk is. Als beS'n^el geldt dat wanneer groote infanterieco- Zm iTnnnV^L - °°g kans °P ^t lijden van verliezen (2). genoodzaakt zijn vroegtijdig den marschweg te verlaten en hare colonnediepte te verminderen, men zich aanvankelijk kan bepalen tot eene formatie bestaande uit kleinere marsch- colonnes, b.v. van compagnieën. In deze aanduiding is eene aanwijzing gelegen voor eene ontwikkeling van het bataljon rechtstreeks uit de regiments-marschcolonne UarschcoZne We""S ,oorkome" de bataljons- Voor de formatie van de groepeering in de breedte en diepte bestaat geen schema; deze is afhankelijk van ter- ref'n' toestand> opdracht, beschikbare ruimte, beveiliging 305(3). of steun vanwege de artillerie, een zelfstandig optreden dan wel een optreden aangeleund aan een of beide zijden het uur van den dag (duisternis) en weersgesteldheid (nevel). Tusschen de groepeering in de diepte en die in de breedte bestaat een zekere wisselwerkinghoe grooter de breedte, hoe kleiner meestal de diepte. De plaats van de compagnieën ten opzichte van elkander wordt tijdens de nadering meestal door het aangeven van afstanden 1.3 e" ^"ruimten (breedte) geregeld, tijdens het gevecht meestal door gevechtsopdrachten en het aantrekken van reserve-compagnieën van plaats tot plaats (b.v. van terreinafscheiding tot terreinafscheiding). Re ..?.roo^e vai? de afstanden en tusschenruimten is af hankelijk van tactischen toestand, terrein, weersgesteldheid enz., te groote afstanden bemoeilijken de aanvoe ringen den vluggen inzet, waarop ten allen tijde moet worden gerekendte kleine afstanden vermeerderen de ver liezen en bemoeilijken het verschuiven van achterwaarts opgestelde krachten;'t e gr o o te tusschenruimten bemoeilijken de aanvoering en de samenwerking der com pagnieën, te kleine tusschenruimten vermeerde ren de verhezen en bemoeilijken een vlugge ontwikkeling. Wordt ontwikkeld wegens de kans op artillerievuur op grooten afstand of wegens een mogelijke ontmoeting, dus «398

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 8