groepen is eene aangelegenheid van de lagere aanvoerders
daarmede houdt de bataljonscommandant zich dus niet op"
O. V. I. Op grond van het aanvalsbevel van den regimentscom-
142. mandant maakt de bataljonscommandant het aanvalsplan op
A.T. V. met inachtneming van de reeds bekende verkenningsre-
6 (2). sultaten omtrent den vijand ook die van de onderaan-
O.V.l. voerders van het terrein, het optreden der divisie-artil-
119 (l).lerie, de breedte van de aanvalsstrook en de beschikbare
krachten.
Bij den aanval in den bewegingsoorlog moet een voort-
14 (3). varend, krachtig, doelbewust en verrassend optreden, in
A.T. V.het kader van het geheel passende, worden toegepast; de
140 (i). bataljonscommandant moet den vasten wil hebben om zijn
5- plan vastberaden en energiek uit te voeren.
Bij den aanval op een ter verdediging ingerichte stel
ling moet het voorwaarts gaan geschieden overeenkomstig
een vastgesteld plan. Het vaststellen daarvan moet wor
den voorafgegaan door eene intensieve verkenning van
6 (1)(3).terrein en vijand, terwijl bij een voortvarend aanvallen
als eerstgenoemd, weliswaar ook met alle middelen moet
worden verkend, doch het wachten op de resultaten geen
rem mag worden voor een krachtig optredende verken
ningen moeten zich hier aanpassen aan de eigen voorne
mens en de doeltreffende uitvoering daarvan bevorderen.
BATALJONSBEVEL.
1. Vijand, terrein, eigen troepen (artillerie).
2. Aanvalsobject bat., aanvalsstrook, lijn van aanvals
richting, plaats steunende artillerie.
3. Aanvalsobject en -strook, taak (c. q, extra) der com
pagnieën regeling aanval.
4. Reserve.
5. Opdracht mitrailleurs (vuurbescherming,echelonsgewijze
volgen, vuuropening door bataljonscommandant).
6 Verkenning, beveiliging, verband, verbinding.
7. Bijzondere regelingen en afspraken voor oogenblik-
kelijke en plaatselijke artilleriesteun, voor samen
werking met nevencommandanten.
8. Gevechtsbepakking.
9. Munitiedepot.
10. C. P. (waarnemingsposten staf).
11. Geneeskundige dienst (hulpverbandplaats, M. G.).
12. Verpleging.
13. Munitieaanvulling.
14. Bevelen commandant G. T., compagniesvoertuigen.
484