zijn door hun krachtig en juist vuur op middelbare af standen. De groote moreele uitwerking van het mitrailleurvuur wordt door allen die het moderne gevecht hebben door leefd, naar voren gebracht; zooals het meer gaat verliest men in vredestijd wel eens de moreele beteekenis (gaan deweg) uit het oog en zoo zien wij tegenwoordig een streven om de beteekenis van het flankeerend vuur wat te verkleinen en vergeet men ook wel eens te veel dat bij eene flankbedreiging, hetzij door omvatting, hetzij door vuur, de tegenpartij ook stevig in front moet worden aangegrepen en dat de daartoe noodige krachten en mid delen moeten worden aangewend, terwijl er verder verband moet zijn tusschen de omvatting en den aanval in front Steeds moet bij den bataljonscommandant het streven voorzitten naar bedreiging van de flank van zijn tegenstander, hetzij door omvatting, h e t z ij door vuur, t e r w ij 1 t e g e 1 ij- kertijd in front krachtig moet worden aan gegrepen, ongeacht of het bataljon in hooger verband vecht of niet. Zulks geeft de meeste kans op succes. Als algemeen beginsel geldt dat indien het voorwaarts gaan der infanterie op eenig gedeelte van het aanvalsfront G.V.I. ernstige belemmering door 's vijands wapenwerking onder- 45. vindt, in beginsel niet moet worden gestreefd naar het overwinnen van den weerstand door het daartegen inzet ten van meer troepen, doch door eene doeltreffende m a- noeuvre met een ander troepengedeelte. Verder geldt: Voor het regiment: Wanneer gedurende den loop van het gevecht blijkt, welke de zwakke punten van den vijand 145. zlJJi> zal de regimentscommandant op die punten zijne aan- vallen richten. De kracht van den reeds inge zet t en aanval op de overige gedeelten van de vijandelijke opstelling mag echter niet verzwakken. Voor het bataljon: Bij de vaststelling van de gevechtsgroepeering heeft de bataljonscommandant in het 120. oog te houden, dat tegenover de noodzakelijkheid (letwel: noodzakelijkheid) van een voldoend sterk vuur- front de wenschelijkheid (let wel: de wenschelijkheid) staat om een zoo krachtig mogelijke reserve te houden voor de manoeuvre. Wanneer het bataljon uit enkele terreingedeelten vuur knjgt zelfs van mitrailleurs, mag dit geen reden zijn om

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 2