geeft voor de waarneming door de verspreidliggende kampongs weinig uitzicht. In het terrein ten Z. van den hoofdweg valt dadelijk de domineerende hoogterug op, welke zich in W. O.richting ten Z. van den grooten weg uitstrekt. Op den voorgrond treedt hierbij de Pr. Keroed, welke door zijne ligging een goed inzicht op den straatweg aan 's vijands zijde waarborgt. Is men in het bezit van den Pr. Keroed dan kan met vrij groote zekerheid worden aangenomen dat door vandaar geleid artillerievuur het gebruik van dien weg aan de tegenpartij kan worden ontzegd, met alle groote voordeelen daaraan verbonden, in het bijzonder wat het beperken van de werkzaamheid der vijandelijke artillerie betreft, te meer nu slechts twee wegen n. 1. die bij K. M. 107K. M. 103 voor artillerie geschikt zijn. A. In dit geval is de toestand voor Rood wel bijzonder ongunstig, omdat wanneer de artillerie den verharden weg bij K. M. 103 nog niet kan hebben bereikt, zij nog alleen maar de beschikking heeft over den secundairen weg in Oost. richting over Tjidjengkol en welke misschien voor het gebruik van Veld- motorartillerie ongeschikt is, zoodat de Artillerie dan niet verder in O. richting kan worden verplaatst dan tot en met den ver harden weg bij K. M. 107. I. Ge toont hiermede inderdaad de zeer groote voordeelen aan, welke aan het bezit van Pr. Keroed voor Blauw zijn ver bonden. Bovendien heeft men van af dien hoogterug inzicht in het terrein, zoodat ook hiervan tijdens het gevecht partij kan worden getrokken. Het zwaartepunt bij het inleidend gevecht is dan ook de Pr. Keroed. De taak welke daarom aan het 2e R. I. wordt opgedragen het bezetten van den Pr. Keroed. Dat ik hiervoor dadelijk een regiment zou inzetten vindt zijn oorzaak in de belangrijkheid van den hoogterug Pr. Keroed G. Walat niet alleen om de bovengemelde redenen, doch ook omdat dan de linkervleugel van de divisie gedekt is, doordat alle belangrijke troepenverplaatsingen van den vijand Z. van die heuvelketen van daar kunnen worden waargenomen. Betreffende het gebruik van het 3e echelon overweeg ik het volgende. Heeft de vijand het groote belang van het bezetten van den Pr. Keroed ingezien en zich in de strook Pr. Keroed- Pr. Pitjoeng vastgezet, (wat niet waarschijnlijk is, omdat wanneer de vijand zoo'n voorsprong in de ontwikkeling had ook wel artillerievuur zou zijn ontvangen), dan zou R. I. 3 Zuid van R. I. 2 zich moeten ontwikkelen. Is Pr. Keroed niet of als uiterste R. vleugel bezet, dan houd ik R. I. 3 N. van den straatweg. 504

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 32