de, welke deze in een gevecht kan hebben, niet te hebben onder
kend, is er geen enkeie reden aan te geven waarom de vijand
van deze zijde bijzonder gevaar zou duchten. Waar de vijand verder
zijn hoofdas niet kan loslaten en deze ten onzen voordeele zoo
dicht langs den heuvelrug loopt is de ontwikkeling in N. richting
.ook aan grenzen gebonden.
Waar hij ten slofte zich in het terrein N. van den weg heeft
.ontplooid en de voorwaartsche beweging heeft aangevangen en
deze beweging door mij in geen enkel opzicht wordt bemoeilijkt
is er geen reden aan te voeren waarom die voorwaartsche
beweging, waarvoor de bevelen gegeven zijn, dan plotseling zou
worden gestaakt.
Het groote gevaar bestaat juist hierin dat Rood zijn offensief
krachtig doorzet en de aanvalslinie de Tjimahi bereikt, voordat
R. I. 3 nog in Seladjambe is opgesteld.
Doet zich dat geval voor dan blijven twee mogelijkheden.
Ie. R. 1. 1 R. I. 2 tot het uiterste in de aangegeven strooken
•weerstand laten bieden waardoor voorloopig het offensief achter
wege blijft, totdat R. 1. 3 te Seladjambe is aangekomen of
2e. R. I. 1 terugnemen: bijvoorbeeld inde strook Bodjongneros
paal 99 (Z. van den spoorweg).
Onder den druk van den vijand acht ik deze manoeuvre zelfs
nog mogelijk door de bijzondere sterke stelling van den linker
vleugel van R. f. 2.
In dat geval moet ik overwegen, dat stellingverwisseling van
een deel der artillerie daarvan het gevolg zal zijn met alle nadeelen
•daaraan verbonden.
A. Uwe verdere maatregelen zullen dus nog afhangen van
hetgeen de vijand blijkt te doen.
I. Zeker. Een groot verschil met het veelal gevolgde systeem,
waarbij de Divisiecommandant reeds dadelijk zijne maatregelen
voor het inzetten van al zijne krachten in een bepaalde richting
treft en waardoor zijn invloed op het verder gevecht grootendeels
wordt uitgeschakeld, omdat hij geen rekening wenscht te houden
met de handelingen van den vijand en hij te voren ook zijne
geheele artillerie verdeelt
In dit geval blijf ik de actie van de infanterieregimenten in
onderling verband regelen, bepaal het juiste moment en de richting
voor den aanval van R. I. 3, terwijl ik ook het krachtig middel
om mijn wil aan den tegenstander op te leggen n.l. de regeling
van het artillerievuur in mijn hand houd.
Geen versnippering van krachten dus, geen afzonderlijke ge
vechten van regimenten infanterie, gesteund door artillerie, maar
alle krachten volgens den wil van één man, den bevelhebber, in
-werking gebracht.
507