voor het geheel de voorwaartsche beweging te staken.
121. Zoolang er deelen zijn van het bataljon welke geen vuur
krijgen, blijven deze voorwaarts gaan.
Voor de compagnie: Tegenover het streven (let
welstreven) om een voldoend sterke vuurlinie
101 (l). te vormen, staat de noodzakelijkheid (let wel:
noodzakelijkheid) om een gedeelte der compagnie als
reserve beschikbaar te houden om te manoeuvreeren.
Indien plaatselijk hevige tegenstand wordt ondervon
den, zal de compagniescommandant niet de vuurlinie ver-
104(1). sterken, doch zal hij zijn reserve opdragen om te trachten
den vijand uit zijne stelling te manoeuvreeren.
Op gedeelten waar geen weerstand wordt ondervonden,
(3). wordt de voorwaartsche beweging met voortvarendheid
voortgezet.
Voor de sectie: De sectiecommandant doet het hem
84(2). aangewezen doel in front vasthouden door een deel
zijner brigades en het door de overige in de flank
bedreigen.
(3). Steeds zal hij moeten kunnen manoeuvreeren.
Voor de brigade: Als de brigade den vijand tot
op 100 a 150 M. is genaderd en de brigadecommandant
71(1). bemerkt, dat het vuur van den vijand verzwakt, zal hij
het vuur van de geweer m i trai 11 eurgroep
tot de grootstehevigheid doenopvoeren
en met de geweergroep trachten den tegenoverliggenden
vijand zooveel mogelijk uit de flank te bedreigen.
Vuur, hoe zwaar ook, mag alleen voor de brigades,
waarop rechtstreeks gevuurd wordt, een reden zijn om
0.',V. I. halt te houden en zich te dekken. De overige brigades
~~64r~zetten hare voorwaartsche beweging zoo snel mogelijk
voort,ten einde op die wijze den vijand door flankbedreiging
tot teruggaan te dwingen.
Wanneer bij het terreinwinnen een brigade voor
waarts kan dringen, moet zij het doen, er op ver
trouwende dat de nevenbrigades hare flanken zullen bescher
men en haar zullen steunen.
68. Een vooruitgedrongen brigade zal onder alle
omstandigheden, zelfs als de vijand met omvatting
dreigt, stand houden, vertrouwende op de hulp van meer
naar achteren geplaatste afdeelingen.
Indien de brigade ten gevolge van het hevige vuur van
70 (1) den vijand niet verder voorwaarts kan, zal de brig. ct.
den vijand tegenover zich krachtig onder
vuur doen houden.
Ook bij het doordringen i n 's v ij ands stel
ling gelden dezelfde beginselen.
475