2e. Gegevens van den vijand onmisbaar zijn om tot een goed gevechtsplan te kunnen komen. 3e. De aanvoering het gevecht blijvend moet beheerschen. 4e. Het zwaartepunt in de verschillende gevechtsphasen door den bevelhebber moet worden onderkend, om tot een juist inzetten van zijn krachten te kunnen komen. 5e. Nachtmarschen in de nabijheid van den vijand regel zullen zijn. 6e. Het met vuur beheerschen van den opmarschweg van den vijand in de Indische terreinen van verstrekkende gevolgen kan zijn op het verloop van het gevecht. (onderbreken van het verkeer met voertuigen, onderbreken van de verbindingen.) 7e. Verrassing (van den vijand) en concentratie van krachten factoren van eerste grootte zijn en 8e. Verkennen primair en beveiligen secundair is. Renseigner d'abord, couvrir ensuite, voila l'ordre d'urgence. Et si l'on ne peut faire les deux, Renseigner, renseigner, renseigner! 516

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 44