In aanmerking nemende, dat de worpsafstand ongeveer 25 M. bedraagt, is het' duidelijk, dat dit projectiel feitelijk, evenmin als onze veldhandgranaat, voldoet aan de eischen, welke aan een offensieve handgranaat zijn te stellen. Als defensieve handgranaat heeft Duitschland de „Eihandgra- nate", welke door de grootere scherven van het gietijzeren omhulsel slechts het werpen van uit een dekking toelaat. Frankrijk heeft evenals Duitschland een defensieve en een offen sieve handgranaat. De werkingssfeer van eerstgenoemde bedraagt ongeveer 100 M. De offensieve handgranaat heeft een plaatselijk grootere uitwerking dan het Duitsche en wel tot 6 a 10 M. om hm springpunt. De uitwerking, welke voornamelijk als eene moreele wordt aangegeven, berust op het detoneeren van de springlading (de blikken wand van het projectiel is slechts 0,3 mM. dik), waai- door de samenstellende deelen vrijwel verpulverd worden Door hare plaatselijke uitwerking voldoet de Fransche granaat ui te ra ar belangrijk beter aan de eischen, welke aan een offensieve ham. - P'ranaat moeten worden gesteld, dan de Duitsche. De nieuwe offensieve handgranaat, welke in dit opstel worct behandeld, is eene vinding van den lsten luitenant der Artillerie A. G. Mantel en werd in den loop van 1927 bij de Pyrotechmsche Werkplaats geconstrueerd. Evenals bij de Fransche offensieve handgranaat is de buiten gevecht stellende werking zeer plaatselijk, terwijl de heftige knal bij het detoneeren van de springlading een groot moreel effect heeft. De inrichting van het projectiel blijkt uit bijgevoegde schetsen. Actief heet de granaat bij geplaatsten detonator doch nog me uitgeworpen veiligheidspin. Gewapend is de granaat, nadat de veiligheidspin is uitgeworpen. Alvorens te werpen wordt de uitwerpveer, welke normaal gestrekc ligt langs den zijwand van het projectiel, door de dooiboring in de veiligheidspin naar boven getrokken tot het vierkante uiteinde van die veer stuit tegen de veiligheidspin, waarna de uitwerpveer overden bovenkantvan de granaatwordtomgebogenenhetoogvormig uiteinde van de veer wordt gestoken in den haak boven op net deksel De veiligheidspin kan dan door de thans gespannen uitwerpveer nog niet worden uitgeworpen, daar de veiligheidsband _eemge malen om de granaat en het eenigszins buiten het projectiel uit stekende einde van die pin is gewonden, terwijl het losse eince van dien band aan de granaat is vastgehecht. Aan dit losse einde is een kartonnen schijf aangebracht (op de figuur met geschetst) welke dient, om, nadat dit einde vóór den worp is losgerukt, na het werpen het afwikkelen van dien band te bevorderen. Dit afwikkelen wordt bovendien bevorderd door de roteerende beweging, welke het projectiel bij het werpen wordt gegeven. Het is duidelijk, dat het afwikkelen van dpn band beter ver zekerd zal zijn, indien de roteerende beweging, welke aan het 527

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 55