5 ENKELE TACTISCHE BESCHOUWINGEN OVER DE BESTRIJDING VAN VIJANDELIJKE ARTILLERIE. door W. VAN EXTER. Inleiding. Dat het vraagstuk van de artillerie-bestrijding er een is van „de eerste orde" behoeft zeker wel geen nader betoog. In het W. 1926 wijdde de kapitein Ter Poorten aan dit onderwerp zijn bijzondere aandacht, waarbij hij het zeer belangwekkende artikel van Pouleur, voorkomende in Bulletin Beige des Sciences Mihtaires (Mei/Juni 1926), op uitvoerige wijze besprak. Ik meen, dat het niet geheel van belang is ontbloot, deze quaestie uit een tactisc i oogpunt nog eens nader te bezien en daarbij in hoofdzaak het dienaangaande in de Fransche en Duitsche reglementen voorge- schrevene, in beschouwing te nemen. A. Algemeen. „Die Aufgabe der Artillerie ist es, den Widerstand des Feindes zu brechen, ihrer Schwesterwaffe, der Infanterie, den Weg zu bahnen und mit ihr gemeinsam den Sieg zu erkampfen. Hierin gipfelt ihre gesamte Tiitigkeit, alle Einzelaufgaben dienen diesem Zweck." (F. u. G. punt 265). Alhoewel de bestrijding der vijandelijke artillerie thans een zaak is van het grootste gewicht en men zich welhaast geen aanval of verdediging denken kan zonder artillerie-bestrij ding, zoo behooit men zich er toch wel rekenschap van te geven, dat de artillerie nog steeds een hulpwapen is en dat haar hoofdtaak daarom ten allen tijde blijven zal: het steunen van de eigen infanteriezoowel bij den aanval als bij de verdediging. De vijandelijke artilleiie^ moet men beschouwen als één der vele hinderpalen voor de eigen infan terie eenerzijds (aanval), als één der vele ondersteuningsmiddelen der vijandelijke infanterie anderzijds (verdediging). Dit beginsel vooropstellende, dient dus hare bestrijding op dezen grondslag te zijn gebaseerd. 530

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 58